TWEEGESPREK TUSSEN PROF. DR. PETER PAUL VAN BENTHEM EN PROF. DR. NIELS MULDER OVER DE SAMENWERKING TUSSEN FMS EN NVvP

Gezamenlijk strijden voor meer autonomie van de medisch specialist

  • 6 min.
  • Vereniging

De Federatie Medisch Specialisten (FMS) tekende in september het integraal zorgakkoord en trok in de totstandkoming op met de NVvP. De Psychiater in gesprek met de voorzitters Peter Paul van Benthem en Niels Mulder over de samenwerking tussen FMS en NVvP en het integraal zorgakkoord. Zo is het Platform ggz voortgekomen uit deze samenwerking en zat de NVvP namens FMS aan tafel met de minister om te praten over het zorgakkoord.

Portretfoto (kleur) Peter Paul van Benthem en Niels Mulder
Beeld: Levien Willemse

De FMS verenigt alle 32 Nederlandse wetenschappelijke verenigingen en vertegenwoordigt 23.000 medisch specialisten, waaronder ruim 3500 psychiaters. FMS-voorzitter Peter Paul van Benthem: ‘Op deze manier spreken we met één krachtige stem in politiek en samenleving.’

Hoe komt de Federatie op voor de belangen van psychiaters?

Van Benthem: ‘De Federatie heeft, samen met de LAD (Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband, red.), het kennis en dienstverleningscentrum opgericht waar individuele specialisten antwoord op allerlei vragen kunnen krijgen. Bijvoorbeeld over pensioen, goodwill, beroepsuitoefening, arbeidsvoorwaarden en vrije vestiging. Psychiaters zijn daarvan grootverbruikers, met name omdat de NVvP de grootste vereniging binnen de Federatie is. Verder ondersteunen wij de wetenschappelijke verenigingen vanuit ons kennisinstituut, waar veel kennis aanwezig is op onder meer het gebied van het ontwikkelen van richtlijnen, kwaliteitsindicatoren en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek.’ 

Hoe wordt de stem van de psychiaters goed vertegenwoordigd en voor het voetlicht gebracht?

Van Benthem: ‘Het is goed om te weten dat de FMS en de NVvP elkaar twee kanten op versterken. De NVvP versterkt onze invloed en wij helpen de NVvP. Psychiaters opereren in de ggz en dat is voor alle andere verenigingen wat onbekend terrein. De FMS heeft daarom twee medewerkers vrijgemaakt voor de ggz en NVvP-dossiers. Zij fungeren op die manier ook als verbindingsschakel tussen NVvP en FMS. Daarnaast hebben we samen met de LAD en de NVvP het Platform ggz opgericht, waar ggz-professionals worden geholpen zich beter te positioneren binnen de ggz-instelling. Bijvoorbeeld door een medische staf te formeren.
NVvP-voorzitter Niels Mulder ziet het platform als een goed voorbeeld van de samenwerking met FMS. Eén met resultaat, namelijk een gemeenschappelijk product.
Mulder: ‘Er is een nuttige handleiding uit voortgekomen, die psychiaters helpt om een geformeerde medische staf effectief te maken binnen een organisatie. Opdat zij beter kunnen meebeslissen en samen met hun Raad van Bestuur belangrijke afspraken kunnen maken over onder meer de inhoud en kwaliteit van de zorg.’

Bij de eerste sectorale akkoorden was de NVvP een zelfstandige partij aan tafel. Tijdens de IZA-onderhandelingen niet. Hoe hebben FMS en NVvP samengewerkt aan het integraal zorgakkoord (IZA)?

Van Benthem: ‘Bij de totstandkoming van het IZA waren uiteindelijk vijftien “binnenring”-partijen betrokken, VWS meegerekend. Voor de reactie op het conceptakkoord zijn 36 “buitenring”-partijen betrokken. Als FMS waren wij een binnenringpartij, waar ook ggz-tafels voor werden ingericht. Hierdoor konden wij de NVvP, die in feite een buitenringpartij was, als federatievertegenwoordiger neerzetten en dat hebben we ook een aantal keren gedaan. De NVvP werd daarmee eigenlijk een medebinnenringpartij.’
Mulder: ‘Het moest allemaal onder hoge tijdsdruk, maar doordat de NVvP dus namens FMS aan tafel zat met de minister, konden we vanuit de inhoud een adequate rol vervullen. De ggz blijft toch wel een apart domein. Ook voor de uitwerking van het IZA zijn wij straks de naar voren geschoven partij.’ 

Zowel FMS als NVvP hechten veel waarde aan autonomie en werkplezier voor de medisch specialist, de psychiater in het bijzonder. Ook zijn in het zorgakkoord afspraken gemaakt over de administratieve lasten, zodat nieuwe afspraken niet méér lasten geven. Op welke thema’s van het IZA hebben FMS en NVvP samengewerkt?

Mulder: ‘De NVvP heeft enkele specifieke punten onder de aandacht gebracht. Zoals de invloed van de professional bij het bepalen van wat passende zorg is, de verbetering van de contractering en de vrije artsenkeuze. Het waren onderhandelingen in een breder kader en helaas zijn niet alle punten helemaal conform onze zienswijze overgenomen in het IZA. De specifieke punten staan nu op de voorgestelde werkagenda, die een nog concretere invulling gaat krijgen, en waar wij mee aan tafel zitten om de uitwerking verder vorm te geven.’

Van Benthem:

Zolang de overheid niets doet aan preventie is het dweilen met de kraan open

Het IZA omvat enkele opvallende zaken, zoals focus op gezondheid in plaats van ziekte. Wat betekent dit precies?

Van Benthem: ‘Wij vinden dat de overheid daar een hele grote verantwoordelijkheid heeft. Immers, zolang we niet meer doen aan preventie, blijft het dweilen met de kraan open. In het IZA is zowel de fysieke als de mentale gezondheid benoemd, dus dat is mooi. Ook op dit vlak hebben wij samengewerkt met de NVvP. Op enig moment – in het dossier preventie – heeft de Federatie bij staatssecretaris Maarten van Ooijen belet gevraagd om te komen praten over preventie en toen hebben we Niels Mulder meegevraagd.’
Mulder: ‘Ik deed de aftrap over wat medisch specialisten, in dit geval de psychiater, in de spreekkamer aantreffen en wat dat zou kunnen betekenen in het licht van preventie. Er komt ook nog een notitie vanuit de FMS voor een betere landelijke aanpak van preventie in aanvulling op de bestaande akkoorden, waarbij de medisch specialist ook echt een rol krijgt, en dus ook de psychiater, om na te denken over hoe die preventie er in de praktijk uit kan zien.’

Wat vindt u in het licht van preventie dat de kinder- en jeugdpsychiatrie tot het sociale domein behoort? Is het niet opvallend dat de kinder- en jeugdpsychiatrie geen plek heeft in het IZA?

Mulder: De kinderpsychiatrie is geen onderdeel van het IZA, wat zich richt op zorg in de Zorgverzekeringswet. Natuurlijk heeft de kinderpsychiatrie onze aandacht, maar daarover moeten we praten aan andere tafels. Daar zijn we ook volop mee bezig, waarbij ons streven is om het aanbod en de kwaliteit van de kinderpsychiatrie landelijk te waarborgen.’
Van Benthem: ‘Dus ondanks het feit dat het IZA integraal is, is het ook weer niet zo integraal. Binnen de FMS zie ik overigens wel dat de kinderpsychiaters en kinderartsen elkaar goed kunnen vinden.’ 

Hoe verhoudt zich focus op gezondheid tot het behandelen van ziekte? In de psychiatrie worden met hoog tempo specialistische afdelingen gesloten. Hoe garanderen we specialistische zorg?

Mulder: ‘Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om ernstig psychische aandoeningen door het sociale domein op te laten lossen. Het is bedoeld om specialistische zorgcapaciteit vrij te spelen. Dus dat psychiaters, en de ggz als geheel, zich beter kunnen richten op specialistische zorg bij mensen met psychische aandoeningen, wanneer het sociale domein, de gemeente en sociale wijkteams, de sociale problematiek van deze patiënten voor hun rekening nemen, in nauwe afstemming met de ggz natuurlijk. Hierdoor zouden psychiaters hun capaciteit meer kunnen aanwenden voor behandeling. In de midterm review (in 2024, om toe te zien op de daadwerkelijke verplaatsing van deze taken, red.) wordt geëvalueerd wat hiervan terechtkomt.’
Van Benthem: ‘Het mooie van het IZA is dat uiteindelijk de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ook meegetekend heeft, want het sociale domein moet bij de zorg betrokken worden. Wij hebben inderdaad de afspraak gemaakt om toe te werken naar nul procent volumegroei in de medisch specialistische zorg en in de ggz naar 0.4 procent groei. De wijkverpleging en huisartsen krijgen percentueel meer groeiruimte en de gemeenten krijgen ook meer geld. Dan moeten meer zorgtaken worden vervuld in de eerste lijn en het sociale domein.’

Mulder:

Via de Federatie Medisch Specialisten zitten wij dichter op het integraal zorgakkoord en hebben we als NVvP meer invloed

Tot slot, het IZA vermeldt ‘digitaal als het kan’. Wat is daarachter de gedachte?

Van Benthem: ‘Wij pleiten voor goede en adequate ICT-infrastructuur als voorwaarde voor het veel beter kunnen ondersteunen van transmurale zorg en intercollegiaal overleg. Ook moet digitale zorg van voldoende kwaliteit zijn en onderdeel zijn van samen beslissen. Dus het moet prettig zijn voor de patiënt en het moet medisch inhoudelijk mogelijk zijn voor de arts, waarbij geen concessies worden gedaan aan de kwaliteit.’
Mulder: ‘Hier hebben we als NVvP samen met de FMS stevige druk uitgeoefend. Het was initieel de wens om te formuleren dat digitale zorg voor alle lichte problematiek aangewend kan worden. Dat hebben wij sterk genuanceerd in alleen àls het kan.’