SPECIALISME VERSUS HERSTELZORG: POSITION PAPER KENNISCENTRUM BIPOLAIRE STOORNISSEN

Hoe combineer je het beste van twee werelden?

  • 6 min.
  • Beroepsuitoefening

Het Kenniscentrum Bipolaire Stoornissen (KenBiS) bracht onlangs een position paper uit over de toekomstige organisatie van de zorg voor bipolaire stoornissen in Nederland. Aanleiding hiervoor was bezorgdheid: herstelgerichte zorg wint terrein binnen de psychiatrie, maar dit kan ten koste gaan van zorgvuldig opgebouwde kennis als specialistische teams worden opgeheven. ‘Wij pleiten nadrukkelijk voor een combinatie.’

Aan het woord is Elvira Boere, psychiater bij PsyQ Parnassia Groep en een van de auteurs van de position paper. Samen met Henk Mathijssen, ervaringsdeskundige en voorzitter van patiëntenvereniging Plusminus, en psychiater Janwillem Renes zit zij op de kamer van Renes in het Willem Arntsz Huis van Altrecht in hartje Utrecht om te praten over deze ontwikkeling. Ze stelt dat patiënten tussen wal en schip dreigen te raken als diagnosegerichte teams worden opgeheven. ‘De afgelopen decennia is hard gewerkt om specialistische kennis over bipolaire stoornissen op te bouwen en te bundelen. Er zijn nu diverse instellingen waar deze kennis verloren dreigt te gaan doordat de bipolaire teams zijn opgelost in een algemeen team dat bredere, diagnose-overstijgende zorg biedt.’
Medeauteur en ervaringsdeskundige Mathijssen is het met haar eens: ‘Het is niet goed als de kennis verdunt. De rol van de professional is juist dat hij of zij kennis heeft van de aandoening. Het begint met goed diagnosticeren én kijken naar de persoon die je voor je hebt: wat heeft deze nodig?’ Het belang van goed diagnosticeren, zal Boere nog een aantal maal benadrukken tijdens het gesprek. Ze vertelt dat veel patiënten met een bipolaire stoornis namelijk al een traject van behandelingen achter de rug hebben voordat de juiste diagnose wordt gesteld. ‘Daar is specialistische kennis van de aandoening voor nodig, omdat een bipolaire stoornis zich op verschillende manieren kan openbaren en ook omdat bipolaire stoornissen niet zo heel vaak voorkomen. Het terecht stellen van de diagnose bipolaire stoornis is dan juist de sleutel tot verder herstel.’

Combinatie

Renes vertelt dat bij Altrecht gekozen wordt voor een combinatie. Altrecht heeft ambulante diagnose-overstijgende teams waarbij het type zorgvraag leidend is, poliklinische teams en gebiedsteams (waarbij de laatsten voortkomen uit de F-ACT-teams en zich voornamelijk richten op mensen met een grotere zorgvraag op meerdere levensgebieden en maatschappelijk herstel), en TOPGGz-teams of afdelingen met het behoud van het specialisme. Renes: ‘Er liggen twee redenen aan deze keuze ten grondslag: de toenemende aandacht voor het maatschappelijke en persoonlijke herstel naast het symptomatisch en functioneel herstel. Daarnaast willen we voorkomen dat patiënten van het ene naar het andere specialistische team worden verwezen wanneer er meerdere problemen tegelijkertijd spelen. Bij diagnose-overstijgende teams kunnen patiënten blijven. Er worden nu kennisnetwerken binnen de organisatie opgezet, om te faciliteren dat professionals zich blijven ontwikkelen en specifieke aandachtsgebieden behouden. Het wordt wel wat diffuser als je niet alle kennis meer op één plek in de organisatie hebt. Je moet dan meer zoeken naar informatie over specialistische behandelingen.’ Specialistische teams kunnen met professionals van verschillende instellingen samen een netwerk vormen dat de kennis borgt. Deze teams kunnen kennisnetwerken voeden
met informatie en een specifiek behandelaanbod bieden. ‘Er dreigt overigens soms een tegenstelling te ontstaan in discussies over diagnose-overstijgende teams – met de nadruk op herstelondersteunende zorg – en specialistische teams. Daardoor krijg je het idee dat deze teams meer herstelgericht werken dan de in bipolaire stoornissen gespecialiseerde teams. Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Ook in specialistische teams wordt herstelondersteunende zorg geboden. Men kan elkaar juist aanvullen. Ons specialistisch team richt zich vooral op symptomatisch en functioneel herstel en anderen meer op maatschappelijk en persoonlijk herstel.’

Rol ervaringsdeskundigen

Kennis en expertise over bipolaire stoornissen kunnen behouden blijven in netwerken op veel niveaus: landelijk, regionaal, of een netwerk binnen de eigen organisatie of tussen organisaties onderling. Boere: ‘Regionale inbedding betekent samenwerken met partijen in het sociale domein die de focus hebben op aspecten als maatschappelijk herstel of zingeving. Het is wel een uitdaging hoe je dat goed organiseert, gezien de regionale verschillen.’ Volgens Mathijssen hoeft dat niet zo ingewikkeld te zijn: ‘Ga gewoon eens kijken wat er in de buurt en in de regio is aan buurtteams en andere maatschappelijke organisaties. In ons position paper hebben we bijvoorbeeld een rol toegeschreven aan de ervaringsdeskundigen binnen de specialistische teams in zo’n netwerk. Zo iemand wéét wat er in de regio is en waar iemand naartoe kan met bijvoorbeeld schuldenproblematiek. Die kennis is er gewoon. Professionals hebben misschien te vaak het idee dat ze alles zelf moeten aanbieden, maar dat hoeft niet. Als ze de verbinding aangaan met hun omgeving, is er ook buiten de instelling veel mogelijk. We doen in Nederland bijvoorbeeld nog te weinig op het gebied van lotgenotencontact. Dat kan een waardevolle aanvulling zijn en helpen bij het behouden van de eigen regie. En hoe beter de eigen regie, hoe beter de kwaliteit van leven.’

Vergoeding consultaties

De drie zijn het erover eens dat er meer dan één model goed is. De doelgroep is immers heterogeen; de beste zorg verschilt per individu. Boere vertelt dat PsyQ Parnassia Groep vijf bipolaire poliklinieken heeft die samen een netwerk vormen en dat elke polikliniek in de eigen regio samenwerkt met andere aanbieders van zorg, binnen eigen netwerken. ‘De inrichting van zorg verschilt per organisatie, zien we bij het landelijk kenniscentrum. Er zijn ggz-instellingen die er goed voor staan en er zijn instellingen waar deze diagnosespecifieke zorg enorm onder druk staat. Ik ken collega’s die diagnosespecifieke poliklinieken volledig hebben zien opgaan in teams die uitsluitend nog diagnose-overstijgende zorg leveren. Dat vind ik echt heel zorgelijk. Voor de mensen die daar in behandeling zijn, betekent dit namelijk dat de afstand tot specialistische zorg op het gebied van diagnostiek en behandeling bij bipolaire stoornis juist weer is toegenomen.’ Maar ook als gekozen wordt voor algemene teams die in contact staan met een netwerk waar zij specifieke kennis vandaan kunnen halen, zijn er nog hobbels te nemen, vermoedt Renes. ‘Als een behandelaar veel patiënten met verschillende diagnosen ziet en kampt met een hoge werkdruk, moet er toch tijd zijn om over de behandeling van een specifieke patiënt informatie in te winnen bij deskundigen in een netwerk. Bij consultatie tussen hulpverleners van verschillende instellingen in een regionaal netwerk, is het nog een vraag of dit wel voldoende vergoed kan worden.’

Wachtlijsten

Flexibelere inrichting van de zorg voor patiënten met een bipolaire stoornis is sowieso nodig omdat klinieken verstopt raken als niemand meer doorstroomt. Boere: ‘Je hebt een bepaalde capaciteit die je ook voor andere patiënten wil inzetten. Als er onvoldoende uitstroom is, krijgen mensen die op de wachtlijst staan geen zorg. Daarom zouden specialistische teams in een groter geheel ingebed moeten worden en moeten samenwerken met andere zorgaanbieders.’ En er moet ruimte zijn dat patiënten weer kunnen terugkomen, vindt Renes. ‘Als behandelaar in een specialistisch team betrek je ervaringen met veel andere patiënten in de voorlichting aan de patiënt, bijvoorbeeld als iemand wil stoppen met lithium. Dat helpt een patiënt soms als aanvulling op wat richtlijnen hierover aanbevelen. Dat moet behouden blijven.’


 

Portretfoto (kleur) Elvira Boere

Elvira Boere is psychiater bij PsyQ Parnassia Groep en promovenda bij Leiden UMC. Haar aandachtsgebied is bipolaire stoornissen; met haar onderzoek richt ze zich op beeldvormend onderzoek bij lithiumgebruik. Ze is tevens redactielid bij De Jonge Psychiater.

 

Portretfoto (kleur) Janwillem Renes

Janwillem Renes is psychiater en onderzoeker bij Altrecht in Utrecht. Hij is gespecialiseerd in de diagnostiek en behandeling van bipolaire stoornissen.

 

Portretfoto (kleur) Henk Mathijssen

Henk Mathijssen is voorzitter van patiënten- en belangenvereniging Plusminus voor mensen met een bipolaire stoornis en hun naasten. Zelf kreeg hij acht jaar geleden deze diagnose.