'Het meest opmerkelijke in mijn onderzoek was dat adrenaline in fysiologische doseringen tot paniekaanvallen kan leiden bij patiënten die aan een paniekstoornis lijden. Dat hadden we niet verwacht, en dat staat ook niet in andere studies beschreven,' vertelt Veltman in een toelichting op zijn proefschrift. Hij legt uit dat dit een opmerkelijke bevinding is, gezien het feit dat adrenaline zelf nauwelijks door de bloedhersenbarrière heendringt. Er moet dus sprake zijn van een indirect effect. Dat dit effect verloopt via cognities over lichamelijke sensaties, kon in zijn studies niet bevestigd worden. Diep in zijn hart gelooft Veltman dan ook niet dat de 'interoceptieve fobie' een adequate verklaring biedt voor het ontstaan van paniekaanvallen. 'Ik zeg dat heel voorzichtig, al was het maar omdat ik ook geen alternatieve verklaring voorhanden heb.'
Promotie D.J. Veldman
'Angst voor angst' biedt onvoldoende verklaring paniek
Angst voor de lichamelijke verschijnselen van een angstaanval (interoceptieve fobie) speelt waarschijnlijk geen belangrijke rol bij patiënten met paniekstoornis. De mate van interoceptieve fobie heeft vrijwel geen voorspellende waarde voor het optreden van paniek na toediening van adrenaline. Dat blijkt uit het proefschrift 'Fear of bodily sensations, epinephrine, and panic anxiety' van de Amsterdamse psychiater D.J. Veltman.
Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen
Heeft u al een account?