Associatiezwakte

  • 2 min.
  • Column
  • Psychiatertaal

In Psychiatertaal neemt prof. dr. M.W. Hengeveld een term uit de descriptieve psychopathologie onder de loep. Het boek Het psychiatrisch onderzoek, geschreven door Hengeveld en zijn collega prof. dr. W.J. Schudel, vormt de basis voor deze bespreking. Het is de bedoeling dat Hengeveld telkens een willekeurige term behandelt. Ook lezers van De Psychiater kunnen termen voor de rubriek aandragen.

Voor het eerst hoorde ik de term associatiezwakte enkele jaren geleden. Hij werd gebruikt door één onzer artsassistenten, die kort tevoren zijn stage op een schizofrenieafdeling had afgesloten. Ik kende wel het begrip 'verhoogd associatief, waarbij het denken steeds wordt onderbroken door nieuwe associaties (bijvoorbeeld klankassociaties), typisch voor de manie. Verhoogd associatief denken gaat samen met tachyfrenie (versneld denken) of zelfs gedachtevlucht, maar is meestal door de arts nog wel te volgen. Associatiezwakte is echter 'het verlies van de normale associatieve gedachtestroom. De arts kan de gedachten van de patiënt niet volgen, en een verzoek om nadere uitleg leidt niet tot verheldering' (Hengeveld & Schudel, 1997). Engelstaligen noemen het 'loosening of the associations', een overkoepelend begrip voor verschillende stoornissen in beloop en samenhang van het denken. &ellipsis;

Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen

Account aanmaken

Heeft u al een account?