Oordeelsvermogen

Bij de wekelijkse videodemonstratie op onze afdeling krijgen de co-assistenten de gelegenheid om het psychiatrisch onderzoek te oefenen. De arts-assistenten geven zo nodig aanvullingen op de zienswijze van de co-assistenten. Daarbij is me gebleken dat het beoordelen van de psychische functie oordeelsvermogen dikwijls vragen oproept, ook bij de arts-assistenten. Wat is precies dat oordeelsvermogen, en hoe stelt de onderzoeker het vast?
Veel Nederlandse leerboeken psychiatrie, bijvoorbeeld Rümke’s Psychiatrie (1954), het Leerboek der psychiatrie van Kraus (1964), Kuiper’s Hoofdsom der psychiatrie (1973), het Handboek psychopathologie van Vandereycken e.a. (1994) en de Beknopte psychiatrie van Griez e.a. noemen het oordeelsvermogen in het geheel niet. Wel definieert Kuiper bij de symptomen van dementie het decorumverlies: “Het verlies van het