Shared decision making

  • 3 min.
  • Column
Portretfoto (kleur) Marjan ter Avest

‘Maar dat doen we toch allang’, merkte een psychiater laatst op toen we het hadden over shared decision making: luisteren, doorvragen en op basis daarvan samen met de patiënt en zijn naasten een beslissing nemen over de meest passende behandeling. Die opmerking zette me aan het denken. Overal wordt gezamenlijke besluitvorming nadrukkelijk genoemd. Kijk naar de nieuwe handreikingen die op dit moment in de maak zijn voor de meest voorkomende psychische stoornissen. Of naar de Agenda voor transparantie en gepast gebruik, eind vorig jaar overhandigd aan minister Schippers. Zou dat steeds terugkerende appel op psychiaters dan overbodig zijn? Of zouden psychiaters zich daar iets anders bij voorstellen dan patiënten?

Als je de artseneed uit 2003 erbij pakt, zou je kunnen concluderen dat psychiaters inderdaad al lang op de nu voorgestelde manier werken. U heeft in die eed immers nogal wat beloofd. U zet zich actief in om de gezondheid van patiënten te bevorderen, stelt daarbij het belang van patiënten voorop, en u eerbiedigt hun opvattingen. En dat met een luisterende, open en toetsbare houding. Deze beloften bieden tal van aanknopingspunten voor shared decision making en het bevorderen van herstel en zelfmanagement. Maar is dit ook de praktijk?

Neem dat bevorderen van gezondheid. Zeker in de ggz is het belangrijk dat we herstel van ziekte niet als doel op zich zien, maar als voorwaarde om het leven volwaardig en zinvol te kunnen leven. Als u dit perspectief deelt, heeft dat onmiddellijk consequenties voor het gesprek met uw patiënten. Want dan is het werken aan herstel en psychische gezondheid onlosmakelijk verbonden met het leven van de patiënt in al zijn facetten; en is er dus aandacht voor zijn of haar wensen, dromen en doelen op het terrein van wonen, werken en samenleven. Hierbij kan het over van alles gaan. Bijvoorbeeld over de vraag op welke manier betaald of onbetaald werk kan bijdragen aan herstel. Of over de vraag wat de patiënt in zijn thuissituatie nodig heeft om te herstellen of om te kunnen leven met zijn psychische problematiek. Individuele begeleiding? Dagbesteding? En wat kan verder bijdragen aan herstel? Een gezondere leefstijl? Meer contact met lotgenoten? En zijn er wellicht zelfregiecentra of herstelacademies in de buurt, waar de patiënt begeleiding kan krijgen?

De vraag voor u als psychiater hierbij is: hoe kan ik vanuit mijn professionele deskundigheid en vanuit mijn professionele domein bijdragen aan het realiseren van de randvoorwaarden, zodat de patiënt weer in staat is om voluit of naar eigen vermogen te leven?

Bij shared decision making gaat het om een gelijkwaardig gesprek tussen behandelaar, patiënt en familie of naasten. Het betrekken van familie is helaas nog geen gemeengoed in de psychiatrie. Een gemiste kans, want vaak weten een ouder, partner, broer of zus als geen ander wat wel of niet ‘werkt’. Het is dus van belang om informatie te brengen (over duur en soort behandeling) maar ook om informatie bij hen op te halen. U kunt hierbij het verschil maken.

Als u voor alle zekerheid toch eens wilt checken of u inderdaad allang werkt in deze lijn, tot slot drie tips. Ga eens in gesprek met een ervaringsdeskundige. Dat biedt u de mogelijkheid om uit de eerste hand te horen waar het vanuit patiënt-/cliëntperspectief op aan komt bij het goed nemen van een gedeeld besluit. Tip 2: vul de online zelftest in op www.zelfmanagementggz.nl. Zo kunt u snel nagaan hoe u wat dit betreft scoort. Tip 3: vul samen met de patiënt de crisiskaart in, zie www.crisiskaartggz.nl. Hiermee kunnen uw patiënten aangeven hoe zij in een crisissituatie behandeld willen worden. Op deze crisiskaart kunnen patiënten bovendien vermelden welke hulp en steun zij in een crisissituatie willen vanuit hun omgeving.

Veel succes. Ik ben benieuwd naar uw ervaringen!


Symbolische illustratie Voorjaarscongres

Marjan ter Avest is directeur van het Landelijk Platform GGz. Ze houdt samen met Ronald Gorter van het Fonds Psychische Gezondheid een presentatie over het project MIND NL tijdens de eerste plenaire lezing op de publieksdag van het Voorjaarscongres, vrijdag 1 april. Op donderdagmiddag 31 maart is ze als spreker te gast bij het debat over wetenschappelijk onderzoek en praktijk.