NASCHOLING VERSLAVINGSPSYCHIATRIE

Verbeterde competenties, positievere attitude

  • 6 min.
  • Nascholing
  • Opleiding

Meer dan de helft van de patiënten met verslavingsproblematiek heeft comorbide psychiatrische stoornissen. Omgekeerd kampt een groot deel van de populatie binnen de algemene ggz met comorbide verslavingsproblematiek. Vanuit dit besef ontwikkelen steeds meer ggz-instellingen een specifiek zorgaanbod voor verslaafde patiënten en is er in toenemende mate behoefte aan psychiatrische expertise met betrekking tot verslaving. Het landelijk curriculum verslavingspsychiatrie biedt hierop een antwoord.

Steeds meer collega-psychiaters werken in de verslavingszorg. Steeds vaker dragen collega-psychiaters in de algemene ggz zorg voor psychiatrisch patiënten met comorbide verslavingsproblemen. De ontwikkelingen op het gebied van de zorg voor patiënten met een verslaving gaan bovendien razendsnel. Het veld van de verslavingszorg ontwikkelt zich onder andere door uitgave van richtlijnen, er is in toenemende mate oog voor psychiatrische comorbiditeit (zogenaamde dubbele diagnose) en er is een groeiend arsenaal aan behandelmogelijkheden voor deze doelgroep. Tegelijk boekt ook de wetenschap vooruitgang, niet in de laatste plaats door een snel groeiend inzicht in de pathofysiologie van verslaving vanuit de neurowetenschappen. Deze ontwikkelingen zijn uiteraard relevant voor psychiaters werkzaam in de verslavingszorg, maar vanwege de comorbiditeit zeker ook voor psychiaters binnen de algemene psychiatrie. Tegen deze achtergrond is drie jaar geleden het 1-jarig landelijk curriculum verslavingspsychiatrie ontwikkeld, een samenwerking van de NVvP en de Radboud Universiteit. Een subspecialisatie verslavingspsychiatrie, zoals in de Verenigde Staten, is dit curriculum niet. Toch is het een uitgebreide opleiding, gericht op de ontwikkeling van een breed palet aan competenties. Het curriculum is gebaseerd op het Amerikaanse curriculum verslavingspsychiatrie, literatuur over opleiden op het gebied van verslaving, het sinds negen jaar bestaande tweejarig curriculum voor verslavingsartsen en een peiling van de trainingsbehoeften van aios Psychiatrie en psychiaters middels de training needs assessment (TNA).

Tabel 1. Top-10 van trainingsbehoeften rond verslaving onder psychiaters
Trainingsbehoeften top 10Score op schaal van 1-5
Voorschrijven van medicatie 4.68
Psycho-educatie 4.65
Herkennen van psychiatrische co-morbiditeit 4.65
Onderhoudsbehandeling voor verslaving 4.65
Behandeling intoxicatiebeelden 4.65
Motiverende gespreksvoering 4.62
Behandeling craving 4.62
Behandelen van psychiatrische comorbiditeit 4.57
Subsitutiebehandeling 4.57
Interpretatie laboratoriumuitslagen 4.56

Gevraagd naar de trainingsbehoeften op het gebied van verslavingspsychiatrie zetten psychiaters diagnostiek en behandeling van psychiatrische comorbiditeit hoog op het lijstje. Daarnaast lijkt er behoefte te zijn aan training van meer somatische competenties, zoals interpretatie van laboratoriumuitslagen. De trainingsbehoeften die het meest naar voren komen blijken specifieke aspecten van verslaving te zijn, waaronder substitutie behandeling, behandeling van craving en dergelijke.

In 2014 is de eerste pilot met het curriculum verslavingspsychiatrie gestart, met 16 deelnemers. Inmiddels zit de tweede ronde erop en op 17 maart 2017 start de derde lichting. In de afgelopen jaren is het curriculum verder verbeterd op basis van feedback van de deelnemers. Het curriculum beslaat nu vijf modules van ieder twee dagen (zie tabel 2), met een aanvullende dag ter afsluiting. Tussen de modules werken cursisten via de digitale leeromgeving aan praktijkopdrachten. Vragen uit de praktijk kunnen via de digitale leeromgeving worden aangeleverd aan de docenten, zodat de lesdagen optimaal aansluiten bij de klinische praktijk. Daarnaast vormt intervisie een vast onderdeel van het onderwijs, zodat praktijkdilemma’s met de groep kunnen worden besproken. 

Positieve attitude

Om te verifiëren of het curriculum in de genoemde trainingsbehoeften heeft voorzien, hebben we het TNA herhaald. Met name de competenties op het gebied van diagnostiek en voortgezette behandeling veranderen significant gedurende de looptijd van het curriculum. Omdat de acute opvang van deze patiënten een derde zeer relevant aspect is, hebben wij de module verslavingsgeneeskunde aangepast, zodat ook hier meer aandacht aan wordt besteed. Naast de ontwikkeling van inhoudelijke competenties hebben wij geëvalueerd in hoeverre het curriculum bijdraagt aan het ontwikkelen van een meer positieve attitude naar patiënten met verslavingsproblematiek. Onder artsen, inclusief psychiaters, is de attitude ten opzichte van deze patiëntengroep doorgaans negatiever dan ten opzichte van andere patiënten – zowel met somatische problematiek als met andere psychiatrische problematiek. Uit de literatuur blijkt dat deze negatieve attitude deels samenhangt met een gebrek aan kennis en vaardigheden op het gebied van verslaving. Onze aanname was dan ook dat het competentiegericht curriculum verslavingspsychiatrie zou bijdragen aan een verbetering van de attitude van psychiaters ten opzichte van patiënten met verslavingsproblematiek. 

figuur verslavingspsychatrie curriculum
Figuur 1 Verandering in perceptie van verslaving na 1-jarig curriculum verslavingspsychiatrie

Uit deze evaluatie blijkt inderdaad dat het curriculum in significante mate bijdraagt aan verbetering van de attitude naar deze patiëntengroep. Ook zagen we veranderingen in de beeldvorming rond verslaving onder de deelnemers. Zo ontwikkelt zich meer begrip voor deze patiënten en kregen de deelnemers een sterke overtuiging dat behandeling effectief kan zijn. Uiteraard moet daarbij worden opgemerkt dat het hier om een zelfgerapporteerde attitude gaat middels de medical condition regarding scale (MCRS). Of deze psychiaters zich in de spreekkamer daadwerkelijk positiever gaan gedragen jegens patiënten met verslavingsproblematiek is daarmee niet aangetoond.

Tabel 2. Globaal overzicht van het curriculum verslavingspsychiatrie
ModuleInhoud
Wetenschappelijke achtergrond Epidemiologie
Neurobiologische modellen voor verslaving
Genetica van verslaving
Diagnostiek verslavingsgeneeskunde Diagnostiek van verslaving en somatische comorbiditeit
Indicatiestelling
Verslavingsgeneeskunde behandeling Acute opvang van de verslaafde patiënt (detoxificatie en intoxicatie)
Voortgezette behandeling van de verslaafde patiënt (psychologische en farmacologische interventies)
Psychiatrische comorbiditeit Diagnostiek van psychiatrische comorbiditeit
Geïntegreerde behandeling van psychiatrische comorbiditeit
Public health aspecten Juridische aspecten verslaving
Preventie
Sociale verslavingspsychiatrie

Subspecialisaties

De positieve effecten van het Nederlands curriculum verslavingspsychiatrie op competenties en attitude met betrekking tot verslaving zullen hopelijk een belangrijke bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van het belangrijke en boeiende vakgebied verslaving. Vooral psychiaters die werkzaam zijn binnen de verslavingszorg of een aanzienlijk deel verslavingszorg bieden in hun populatie binnen de algemene ggz zullen in het curriculum verslavingspsychiatrie een passende uitdaging vinden.
Daarnaast zien wij dat dit curriculum tegemoet komt aan een groeiende vraag om nascholing in het kader van de herregistratie op een andere manier aan te bieden; geen losse studiedagen, congressen of wetenschappelijk georiënteerde bijscholingen.
Vanuit de gedachte van continuous medical education (CME) en toenemende specialisatie is er onder psychiaters behoefte aan verdiepende nascholing rond een bepaald thema, gericht op de klinische praktijk. Door een langlopend competentiegericht curriculum aan te bieden denken wij meer rendement uit deze nascholing te halen. De opzet van een landelijk curriculum zou ook bruikbaar kunnen zijn voor andere subspecialisaties binnen de psychiatrie, zoals bijvoorbeeld forensische psychiatrie, ziekenhuispsychiatrie en psychiater verstandelijk gehandicapten. In diverse landen bestaan hiervoor formele subspecialisaties. Een alternatief (naar Canadees model) zou kunnen zijn dat psychiaters rond bepaalde thema’s een level of enhanced competence kunnen behalen, zonder dat hier een uitgebreid register voor hoeft te worden opgetuigd. Specifiek voor verslavingspsychiatrie valt te onderzoeken in hoeverre het voor psychiaters interessant zou kunnen zijn om zich middels dit curriculum te kunnen laten registreren als verslavingsarts KNMG.
Tot slot. Verslaving behoort met een prevalentie van tot zo’n vijf procent tot de meest voorkomende psychiatrische stoornissen. Verslaving leidt tot een enorme ziektelast voor het individu, diens omgeving en de maatschappij en draagt voor zo’n 20 procent bij aan alle disability adjusted life years binnen de psychiatrie. Bij ruim 50 procent van de patiënten bestaat psychiatrische comorbiditeit van vaak meer dan 1 comorbide stoornis. Bovendien behoort verslaving tot de meest gestigmatiseerde aandoeningen binnen de psychiatrie. De ontwikkeling van dit curriculum kan hopelijk bijdragen aan een betere kwaliteit van zorg voor deze patiënten groep, destigmatisering van verslaafde patiënten en verhoging van het werkplezier van collega’s die zich met deze doelgroep bezighouden. 


Bestuursleden van de afdeling Verslavingspsychiatrie van de NVvP zijn: Arnt Schellekens (voorzitter), Anne-Marie van den Hoek, Paul Höppener, Heval Ozgen en Cassandra Steenkist.