INTERVIEW

In gesprek met prof. dr. George Bonanno

  • 6 min.
  • Interview
  • Wetenschap

Prof . dr. George Bonanno is een van de keynote sprekers op het Voorjaarscongres. De Psychiater sprak met hem over zijn visie op het concept veerkracht en over zijn onderzoek naar hoe mensen omgaan met trauma en stress. En over de DSM-5: waarom sloeg hij het aanbod af om eraan mee te werken?

Het concept ‘psychische veerkracht’ dook voor het eerst op in de jaren zeventig. Er waren kinderen die ondanks hun moeilijke jeugd later goed functioneerden. Later verbreedde het concept veerkracht zich naar het hele leven, want ook als volwassene kun je meer of minder veerkrachtig op negatieve levensgebeurtenissen reageren. Maar wat verstaan we eigenlijk precies onder veerkracht? Bonanno: ‘Veerkracht heeft te maken met hoe goed je in staat bent om stressvolle gebeurtenissen op te vangen. Iedereen functioneert onder stress minder dan normaal, maar na de stressvolle tijd zou je weer moeten terugkomen op je oude niveau.’
Onderzoek van Bonanno en anderen heeft aangetoond dat de meeste mensen veerkrachtig zijn. ‘De evolutie heeft ons voorzien van een goed stresssysteem. Daardoor zijn we in staat om adequaat met stress om te gaan. Slechts 5 tot 10 procent van de mensen ontwikkelt na een levensbedreigende situatie een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Dat betekent dat de overgrote meerderheid van de mensen veerkrachtig is.’
Het zou goed zijn om mensen die niet veerkrachtig zijn al vroeg te helpen, zegt Bonanno. ‘Het probleem is alleen dat we niet goed weten welke mensen dat zijn. Soms vertoont iemand een heftige stressreactie na een trauma, maar dat hoeft niet te betekenen dat diegene ook op de langere termijn PTSS ontwikkelt.’

Chronische stress

Er zijn veel factoren die aan veerkracht bijdragen. ‘Denk aan steun die je krijgt, toegang tot zorg, opleiding, je karakter. Sommige mensen zijn optimistischer en hebben er vertrouwen in dat ze van stressvolle gebeurtenissen goed kunnen herstellen. Dat zijn allemaal factoren die een beetje bijdragen aan hoe je met stressvolle gebeurtenissen omgaat. We weten ook dat wat je in je jeugd meemaakt effect heeft op je genetisch materiaal. Het kan zorgen voor epigenetische veranderingen, die bepalen hoe je erfelijke eigenschappen tot uiting komen. Op die manier kan je stresssysteem levenslang beïnvloed worden door gebeurtenissen in je jeugd.’ De stress moet vooral niet te lang duren, want op chronische stress is ons systeem niet goed berekend. Bonanno: ‘Chronische stress put ons uit. Onderzoek heeft laten zien dat chronische stress de neurogenese, de aanmaak van nieuwe zenuwcellen, remt. Dit vermindert je cognitieve capaciteit om gebeurtenissen een plaats te geven.’
Bonanno is erg geïnteresseerd in de rol van flexibiliteit, het vermogen tot aanpassing aan de omstandigheden. Hij denkt dat het begrip ‘flexibiliteit’ heel belangrijk is bij coping. ‘We onderzoeken momenteel wat dat precies is en hoe we tekorten daarin bij mensen kunnen herkennen en helpen aanvullen. Dat kun je bij iedereen onderzoeken, niet per se bij getraumatiseerde mensen.’

Veranderd bewustzijn

In het verleden werd gedacht dat het goed was om met een zorgverlener te praten vlak na een stressvolle gebeurtenis. Om dit aan te tonen werd onderzoek gedaan bij verkeersslachtoffers. Zij kregen psycholo- gische debriefing: uitleg over wat het trauma met hen kon doen, en ze werden gestimuleerd om er met anderen over te praten. Wat bleek? Met de mensen die in de behandelgroep hadden gezeten ging het drie jaar later een stuk slechter dan met de mensen die geen behandeling hadden gekregen. Ze ervoeren meer stress, hun gezondheid was minder goed en ze durfden ook minder vaak weer in de auto te stappen. Bonanno: ‘Een totaal onverwacht resultaat. Het zou kunnen dat de debriefing hun kijk op wat er gebeurd is, verandert. Mensen gaan het gebeurde opeens als trauma labelen en zich slachtoffer voelen.’
Niet iedereen accepteerde de uitkomst van het onderzoek meteen. ‘Wat het moeilijk maakt is dat de mensen die de debriefing hadden gehad zelf ook dachten dat ze er baat bij hadden. Maar het onderzoek wees duidelijk op het tegendeel.’
Beter is het om mensen hun gang te laten gaan en de stresshormonen die vrijkomen hun werk te laten doen. ‘Cortisol en andere stresshormonen veranderen je bewustzijn voor een korte tijd. Je denkt bijvoorbeeld steeds terug aan wat er is gebeurd. Maar die flashbacks zijn functioneel; ze helpen je om van een stressvolle gebeurtenis te leren. Je zoekt antwoorden op vragen als: wat gebeurde er precies, wat moet ik de volgende keer doen?’

Nieuwe theorie

Bonanno werd gevraagd mee te werken aan de DSM-5, maar hij bedankte vriendelijk voor het aanbod. ‘Ik ben geen fan van de DSM. Wat ik er vooral tegen heb, is dat het doet lijken alsof er in de natuur duidelijke cut-off punten voor psychiatrische ziektes zijn. Ik snap dat er vanuit de samenleving behoefte is aan labels, al was het maar om je behandeling vergoed te krijgen. Maar in werkelijkheid is er geen duidelijk punt waarop je kunt zeggen dat iemand bijvoorbeeld een depressie heeft. Meewerken aan de DSM komt erop neer dat je in een zaaltje ruzie maakt over artificiële categorieën. Er zijn betere dingen die ik met mijn tijd kan doen’, aldus Bonanno.
Liever verdiept hij zich in de netwerkanalyse, een nieuwe theorie waar hij erg van gecharmeerd is. Hij noemt de Nederlandse onderzoeker Denny Borsboom – vorig jaar een van de hoofdsprekers op het Voorjaarscongres – een briljante pionier op dit gebied. ‘In plaats van iemand een diagnose te geven, kijk je naar alle symptomen die iemand heeft en hoe die met elkaar samenhangen. Dan zie je vaak dat symptomen elkaar onderling versterken. Als iemand bijvoorbeeld angstig en geagiteerd is, slaapt diegene waarschijnlijk ook minder goed. Daardoor neemt de concentratie af en kan iemand zijn werk minder goed doen. Het verlies van werk kan weer zorgen voor depressieve gevoelens. Het is een revolutionaire manier van kijken naar hoe psychiatrische symptomen zich in samenhang met elkaar ontwikkelen. We hebben onlangs op die manier onderzoek gedaan naar verdriet.’

Markers voor PTSS

Het idee om de strikte categorieën van psychiatrische ziektes los te laten, vindt steeds meer weerklank. De National Institute of Mental Health (NIMH) heeft aangegeven niet langer onderzoek naar psychiatrische DSM-classificaties te financieren. In plaats daarvan moet het onderzoek zich richten op hoe het komt dat sommige mensen ziek worden. ‘Die aankondiging leidde tot veel consternatie, maar ik denk dat het wel de kant is die we op moeten.’
Ook het onderzoek naar voorspellende factoren moet meer aandacht krijgen, vindt het NIMH. Bonanno doet momenteel onderzoek naar factoren die kunnen voorspellen of iemand op de lange termijn last blijft houden van chronische stress na een acute stressvolle gebeurtenis. ‘We kijken nu naar cytokines, markers van het immuunsysteem. Iemand met stress heeft meer cytokines en wie meer cytokines heeft, heeft meer kans op PTSS. Maar dat betekent nog niet dat cytokines als marker voor PTSS gebruikt kunnen worden; het betekent alleen dat stress een van de factoren is die bijdragen aan de ontwikkeling van PTSS. Het is een naïef idee dat er één molecuul of biomarker is die de ontwikkeling van een ziekte voorspelt. Dat is wishful thinking. De werkelijkheid is veel complexer.’


Portretfoto (kleur) George Bonanno

Prof. dr. George Bonanno studeerde psychologie en promoveerde aan de Universiteit van Yale. Zijn onderzoek richt zich op hoe volwassenen en kinderen omgaan met negatieve life events, zoals de dood van een naaste, seksueel misbruik en terroristische aanslagen. Hierbij is hij bijzonder geïnteresseerd in het concept veerkracht. In 2011 publiceerde hij het boek The Other Side of Sadness – What the new science of bereavement tells us about life after loss.

 

 


Voorjaarscongres

Tijdens de plenaire sessie van vrijdag 7 april van 10.30 tot 12.00 uur houdt prof. dr. George Bonanno zijn lezing getiteld ‘Resilience and coping with grief and trauma’.


De tip van…

dr. Machteld Marcelis (CWA-lid sinds 2015)
‘Veel abstracts speelden dit jaar in op actuele maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de vluchtelingenproblematiek. Er zijn meerdere deelsessies gericht op de diagnostiek en behandeling van psychiatrische stoornissen en trauma’s bij deze groep mensen. Plenaire lezingen die aansluiten bij dit thema zijn die van Eric Vermetten en George Bonnano op vrijdag. Zeker naartoe gaan!’