AFWEGINGSKADER MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD

Houvast bij gevoelige beslissingen

  • 5 min.
  • Beroepsuitoefening

Als alternatief voor een meldplicht bij vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld, heeft het ministerie van VWS een afwegingskader binnen de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld verplicht gesteld. Wat houdt dit afwegingskader in en wat betekent het voor psychiaters? Een gesprek met kinder- en jeugdpsychiater Marie-José van Hoof, lid van de werkgroep meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van de NVvP én lid van de artsencoalitie van de KNMG/Federatie Medisch Specialisten (FMS) die het afwegingskader heeft ontwikkeld.

Waarom is besloten tot opname van een afwegingskader binnen de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld?

Van Hoof: ‘Vanuit de politiek, maar ook vanuit de samenleving, klonk de roep om een meldplicht bij vermoedens van kindermishandeling, verwaarlozing of seksueel misbruik steeds luider. Die meldplicht was er niet, er was alleen een verplichte hantering van de meldcode. De beroepsgroep van artsen vindt een meldplicht namelijk veel te ver gaan, omdat die allerlei ongewenste neveneffecten heeft. Je hebt als arts immers ook een geheimhoudingsplicht. En zeker als je als huisarts het hele gezin ziet, wil je het vertrouwen van de ouders niet verliezen. Ben je verplicht een vermoeden van kindermishandeling te melden, dan verlies je dat vertrouwen gegarandeerd.
Door lobby van de artsencoalitie van KNMG en FMS is de meldplicht afgewend en is er nu een kader opgesteld voor het melden van vermoedens, zonder dat het artsen verplicht om élk vermoeden te melden. Dit afwegingskader moet een alternatief bieden voor de handelingsverlegenheid die er toch altijd is bij vermoedens van kindermishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik. Artsen zien zich namelijk vaak voor een dilemma geplaatst. Kan ik dit zelf behandelen of kan ik behandeling organiseren? Heeft zo’n behandeling dan wel voldoende effect? Of moet ik toch mijn beroepsgeheim doorbreken en het melden? Dat ligt natuurlijk heel gevoelig. Meld je wel, dan ben je het vertrouwen kwijt. Meld je niet, dan kan een kind daar (te lang) onder te lijden hebben of erdoor in gevaar verkeren. Om artsen meer houvast te geven bij zulke beslissingen is het afwegingskader ontwikkeld.
Daarnaast is het de bedoeling dat het afwegingskader de informatiepositie van Veilig Thuis verbetert. Veilig Thuis kreeg tot nu toe vaak te weinig informatie, doordat betrokkenen geen informatie willen geven of maar beperkt informatie hebben. Artsen hebben bijvoorbeeld vaak het gevoel dat ze geen openheid kunnen geven omdat ze een medisch beroepsgeheim hebben. Daardoor weet Veilig Thuis dus niet hoe groot het probleem eigenlijk is. Nu artsen verplicht worden het afwegingskader te volgen en Veilig Thuis op de hoogte te stellen als ze zelf geen hulp kunnen bieden, krijgt Veilig Thuis naar verwachting ook meer informatie. Daarmee kunnen structurele patronen van kindermishandeling of huiselijk geweld eerder herkend en doorbroken worden.’

Wat houdt het afwegingskader in?

‘Psychiaters die volwassen patiënten behandelen horen altijd eerst de Kindcheck (Diderich-Lolkes de Beer, 2015, red.) uit te voeren. Zij weten dan dus of hun patiënt kinderen heeft, hoe de patiënt zijn of haar ouderschap invult en of er reden is tot zorg over de kinderen op enig moment. Het afwegingskader maakt deel uit van het stappenplan binnen de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Dat stappenplan bestaat uit vijf stappen die artsen moeten zetten als ze kindermishandeling of huiselijk geweld vermoeden. Het afwegingskader vormt de laatste stap. Het is een soort beslisboom, bestaande uit vijf vragen, waarbij het antwoord erop aangeeft of je een melding moet doen bij Veilig Thuis en of je al dan niet samen met Veilig Thuis hulp moet organiseren.’

Is het afwegingskader al verplichte kost?

‘Het afwegingskader is op 1 juli jongstleden door alle betrokken verenigingen geautoriseerd. Zorgverleners hebben nu nog een half jaar tijd voor de implementatie ervan. Per 1 januari 2019 zijn artsen dan verplicht volgens het afwegingskader te handelen. Net als tandartsen; die kunnen namelijk óók signalen krijgen dat het thuis niet lekker loopt. Zij zien bijvoorbeeld een kind met een slecht gebit, wat kan wijzen op verwaarlozing. Ook dit kan resulteren in een melding bij Veilig Thuis.
Dit afwegingskader is dan ook door artsen en tandartsen ontwikkeld. Elke beroepsgroep maakt zijn eigen afwegingskader. Vanuit de KNMG is er wel overleg geweest met andere disciplines die ook bezig zijn een dergelijk afwegingskader te ontwikkelen.’

Wat verandert er voor psychiaters in de praktijk?

‘Artsen zijn wettelijk verplicht zich aan de meldcode te houden. Dat betekent dat ze de inhoud ervan moeten kennen en deze moeten kunnen toepassen. Binnen die meldcode is het straks ook verplicht om je aan het afwegingskader te houden. Dat afwegingskader is dus geen vrijblijvende aanpassing van de meldcode, maar heeft een dwingend karakter. Dat moeten artsen, dus ook psychiaters, zich goed realiseren. Je moet als psychiater kunnen aantonen welke stappen je hebt doorlopen en welke afwegingen je daarbij hebt gemaakt. Waarom heb je besloten al dan niet melding te doen bij Veilig Thuis? Waarom dacht je dat je zelf hulp kon organiseren? Hoe is je contact met Veilig Thuis verlopen? Dat moet je allemaal kunnen verantwoorden, en dus vastleggen in een dossier.
Ik verwacht dat psychiaters het er in teams en instellingen over gaan hebben. Moeten we onze mensen trainen in wat het precies is en hoe anders het nu dan gaat? Hoe besteden we er aandacht aan in ons multidisciplinair overleg? Hoe nemen we beslissingen volgens het afwegingskader? Hoe leggen we dat vast, en wie doet dat? Allemaal vragen waar we mee aan de slag zullen moeten. Ook in opleidingen en cursussen over kindermishandeling zal het afwegingskader moeten worden meegenomen. In het individueel evalueren van het professioneel functioneren van psychiaters en de kwaliteitsvisitaties zal het ook een punt van aandacht moeten worden.’

Welke knelpunten of uitdagingen verwacht u?

‘De grootste uitdaging is om iedere arts zo ver te krijgen dat hij of zij het afwegingskader gaat implementeren in zijn of haar praktijkvoering. En dat dan ook nog in gezamenlijkheid met andere disciplines, zeker binnen de ggz. Ik ben benieuwd of dat gaat lukken. Het afwegingskader moet niet in bureaulades verdwijnen om daar nooit meer uit te komen. Ik hoop dat psychiaters de meerwaarde ervan gaan zien en er daarom mee aan de slag gaan. Het kan ze een steun in de rug geven in de lastige afwegingen die ze moeten maken. De vereniging en werkgroep ondersteunen de leden ook bij de implementatie. Er wordt dus niet zomaar iets over de schutting gegooid; we bieden ondersteuning zodat psychiaters het afwegingskader goed leren gebruiken.’

Waar kunnen psychiaters meer over het afwegingskader lezen?

‘Er zal aandacht aan worden besteed op het Ledennet van de NVvP. De werkgroep meldcode kindermishandeling zal ook initiatieven ontplooien om psychiaters in het werken met het afwegingskader te ondersteunen. Maar uit het veld zal moeten blijken hoe het afwegingskader valt. Mochten psychiaters er niet goed mee uit de voeten kunnen, dan zullen we de implementatie actiever moeten begeleiden en meer ondersteuning moeten bieden.’ 


Dit artikel is een online voorpublicatie en verschijnt in De Psychiater nummer 5 (augustus 2018).