BETEKENISVERLENING IN DE PSYCHIATRIE

‘Maak ruimte voor de zeggingskracht en de functie van een psychose’

  • 7 min.
  • Interview
  • Wetenschap

Meer aandacht voor betekenisverlening in de psychiatrie, daarvoor pleiten ervaringsdeskundige Dikkie Roelofsen en psychiater en hoogleraar Humanistiek Arjan Braam. Beiden belichten het onderwerp vanuit de eigen ervaring en expertise.

Waarom is betekenisverlening aan psychotische ervaringen zo belangrijk?

Roelofsen: ‘Vaak is de psychose iets dat mensen – patiënten en behandelaren – snel willen vergeten. Maar je kunt een psychose ook benaderen als iets dat een functie heeft in iemands leven. Elk gedrag heeft een positief doel voor degene die dat gedrag vertoont, ook al is het voor de ander nog zo vreemd. Na mijn tweede psychose ben ik op zoek gegaan naar de betekenis van wat me was overkomen, indachtig de woorden van Viktor Frankl (een Oostenrijkse psychiater en neuroloog en grondlegger van de logotherapie, red.): “Het geheim van overleven is zingeving”.’

U hebt drie keer een psychose doorgemaakt. Hoe zagen die eruit?

‘Mijn psychoses waren religieus van aard. De eerste was rond de millenniumwisseling. Gevormd in een betekenissysteem van schuld en zonde meende ik dat het einde der tijden was aangebroken en waande ik me de reïncarnatie van Jezus. Ik begreep niets van het lijden in de wereld en zocht daar een uitweg voor. Later begreep ik dat ik vooral wat met mijn eigen lijden had uit te zoeken. Zo had ik het verlies van mijn moeder, die op mijn negende plotseling overleed, niet verwerkt. De laatste keer ben ik elf dagen gesepareerd geweest. De separeercel heeft me uiteindelijk bij mijn woede gebracht, iets wat ik nooit eerder zo sterk gevoeld had. Toch heeft juist die separatie mijn leven veranderd, omdat ik daar de woede er op een veilige manier uit kon gooien. Iets waarvan ik later besefte: nu de woede eruit is, heb ik de waanzin niet meer nodig.’

Hoe interpreteerde u die psychoses in het licht van uw eigen geschiedenis?

‘Ik heb ervaren dat die mij geholpen hebben het verlies van mijn moeder te verwerken. Ook hebben de psychoses en het verblijf in de psychiatrie me geholpen antwoorden te vinden op belangrijke vragen, die ik eerder al had, en daar vrede in te vinden. En ze hebben bijgedragen aan het ontdekken van mijn talent en wat ik hier in dit leven te doen heb. Lang wist ik me staande te houden door mijn gevoel te ontvluchten. Daarbij was hard werken heel behulpzaam, net als iets te veel drinken en veel te roken. Ik ben ervan overtuigd dat het onderdrukken van emoties en gevoelens, hoewel niet bewust, bij mij tot psychoses hebben geleid. En ik geloof dat dat bij heel veel meer mensen het geval is.’

Hoe reageerden uw behandelaars op uw psychoses?

‘Ik kreeg de diagnose bipolaire stoornis en aanvankelijk Seroquel, later Depakine. Mijn behandelaars probeerden mij zo snel mogelijk weer terug te brengen in de realiteit. Dat begrijp ik wel: ik moest met mijn voeten op de grond. Maar het had mij geholpen als er later wél aandacht was geweest voor de functie van de psychose en de inhoud daarvan. Na mijn inzicht dat ik de waanzin niet meer nodig had en daarmee dus ook geen medicatie meer, vond ik een psychiater die deze reis met mij wilde maken. Inmiddels gebruik ik sinds 2007 geen medicatie meer en daar ben ik blij mee. Ik denk dat er niks mis is met iemand die zegt: ik heb een probleem, geef me de juiste medicatie zodat ik verder kan. Voor mij heeft dit gewerkt. Ik geloof wel dat nieuwsgierigheid naar hoe waanbeelden nou juist wortel hebben kunnen schieten bij iemand, belangrijk is in het begrijpen en doorgronden van wat er aan de hand is en hoe iemand geholpen kan worden.’

Wat heeft de queeste u opgeleverd?

‘Ik zou zeggen: alles. Ik ben geen patiënt meer en werk al dertien jaar als zelfstandig ondernemer. Mijn ervaringen zijn vruchtbaar gebleken voor anderen. En dat is uitermate zingevend.’

Wat is uw boodschap aan psychiaters en opleiders?

‘Maak ruimte voor de zeggingskracht en de functie van een psychose. Daarmee maak je ruimte voor wat iemand is overkomen, ruimte voor mogelijk lang onderdrukte gevoelens en emoties. Dat levert zowel de patiënt als de psychiater belangrijke informatie op die waardevol is in het respectievelijk vragen en aanbieden van de juiste hulp.

Prof. dr. Arjan Braam heeft als leeropdracht, aan de Universiteit voor Humanistiek, ‘Levensbeschouwing en geestelijke volksgezondheid, met bijzondere aandacht voor de psychiatrie’. Hij vindt de voorgeschiedenis van Dikkie Roelofsen indrukwekkend. ‘De overtuiging de wereld te willen redden kan passen bij een bipolaire stoornis en kan gevaarlijke gevolgen hebben. Onze klinische taak om te beschermen, de risico’s weg te nemen, is niet altijd een dankbare’, stelt Braam.

‘Haar verhaal sluit ook aan bij het fenomeen religious struggle, wat een duidelijke voorspeller is van latere psychische problemen. Je in de steek gelaten voelen, boos zijn op God, dat kunnen ook symptomen zijn. Alleen staan ze nergens in de DSM. Daarvoor moet je bij de godsdienstpsychologen zijn. Die existentiële kant van psychische kwetsbaarheid zouden we meer mee kunnen nemen.’

Waarom gebeurt dat nog te weinig?

‘Deels uit handelingsverlegenheid. Mijn ervaring is dat het niet alleen nuttig, maar ook leuk is om je ervoor open te stellen. Onderzoek naar de betekenisgeving bij wanen is nog schaars. Geestelijk verzorger Eva Ouwehand liet voor haar promotieonderzoek Mania and meaning mensen met kwetsbaarheid voor bipolaire stoornissen terugblikken op hun religieuze ervaringen tijdens
de manie. Liefst de helft zegt, net als Dikke Roelofsen: “Ja ik was ziek, maar mijn wanen waren óók betekenisvol.” De inhoud verdient meer toewijding. Als je je Jezus hebt gevoeld, met stralende bundels aan je handpalmen, mag je dat best koesteren.
Niet iedere psychoses leent zich voor zingeving of esthetiek, of is überhaupt te begrijpen. Wat Dikkie Roelofsen is gelukt, lukt niet iedereen. Toch meen ik dat het een gemiste kans is, zowel uit wetenschappelijk als uit hersteloverwegingen, als je niet in een paar regels in het dossier opneemt waar die wanen nu precies over gingen. Dat kun je dan met de patiënt teruglezen: dit dacht je toen. Hoe denk je daar nu over?’

Psychiaters moeten al zoveel.

‘Ik heb het volste begrip voor de psychiater die denkt: gauw behandelen, deze forse psychose,
met ellendige gevolgen voor de naasten of de maatschappij. Het gaat niet zozeer om tijd, maar om belangstelling. Wat is zinvol voor deze patiënt? Het is ook een interdisciplinaire effort. Ook andere behandelaren, ervaringsdeskundigen, verpleegkundigen of geestelijk verzorgers kunnen die gesprekken voeren. Verpleegkundige hebben in deze zorg waarschijnlijk de centrale plaats.’

Hoe past u die betekenisverlening zelf toe in uw dagelijkse praktijk?

‘Gewoon door te vragen: is zingeving, spiritualiteit of geloof belangrijk voor u? Als je wilt begint een gesprek dan vanzelf. Meestal begin ik erover in het tweede of derde gesprek, in het eerste kun je het aanstippen. Betekenisgeving is ook een beroepschauffeur vragen naar zijn favoriete merk truck. De methodiek die ik ervoor heb ontwikkeld, heb ik vernoemd naar het sympathiekste karakter van Sesamstraat: ELMO. De E staat voor easy. Echt, praten over seks is moeilijker. De L staat voor listen. Ik ben het met Roelofsen eens: soms zijn schuldgevoelens en woede nodig om je te handhaven. De M is van meaning. Betekenis geven doen we allemaal, de hele tijd. ‘Meaning’ is normaal. Tot slot de O van others. Kom je er niet uit, roep dan hulp in. Wat de opleiding betreft, prijzen we ons gelukkig dat er een landelijke onderwijsmodule bestaat voor de aios over filosofie, ethiek en levensbeschouwing. Die was facultatief, maar gaat nu een vast onderdeel vormen van het onderwijsaanbod. Aan de interesse van de aios ligt het niet. Zij geven altijd aan geïnteresseerd te zijn in de hele mens. Niemand wil worden opgeleid tot richtlijnmachine.’


Literatuurtips van prof. dr. Arjan Braam

‘Niet te missen is natuurlijk Existential psychotherapy (1980), van Irvin Yalom. Ook het werk van de Britse psychiater en theoloog Christopher Cook is aan te bevelen. De Amerikaan Kenneth Pargament schrijft boeiend over de rol van spiritualiteit en religie bij psychotherapie. Er bestaat ook een handboek in het Nederlands, door Piet Verhagen en Harold van Megen uit 2012 Psychiatrie, religie en spiritualiteit, met een veelheid aan onderwerpen. Op www.ksgv.nl zijn veel bundels over levensbeschouwing en psychische hulpverlening te bestellen.’


Dikkie Roelofsen werkt sinds 2007 als zelfstandig ervaringsdeskundige in de psychiatrie, nu onder meer bij GGNet. Eerder was ze als seniordocent verbonden aan het HEE Team van hetTrimbos-instituut en werkte ze als hoofddocent bij Howie de Harp, een opleiding voor ervaringsdeskundigen. Roelofsen studeerde personeel en arbeid, religiewetenschappen en rondde onlangs de opleiding tot mindfulness-trainer af.


Arjan Braam is bijzonder hoogleraar aan de Universiteit voor Humanistiek met als leeropdracht ‘Levensbeschouwing en geestelijke volksgezondheid, met bijzondere aandacht voor de psychiatrie’.
Daarnaast is hij werkzaam bij Altrecht, als psychiater bij de crisisdienst Utrecht en als opleider psychiatrie.