NIEUWE STRATEGISCHE VISIE

Psychiatrie in context geplaatst

  • 7 min.
  • Vereniging

Het bestuur van de vereniging heeft in het afgelopen jaar een strategische visie en een meerjarenbeleidsplan ontwikkeld die bepalend zullen zijn voor het beleid. Voorzitter Elnathan Prinsen en vicevoorzitter dr. Alan Ralston vertellen over de totstandkoming en de hoofdlijnen van de nieuwe visie. ‘Juist in een tijd waarin er veel op ons afkomt, is het belangrijk om goed te weten waarvoor we staan en wat onze prioriteiten zijn.’

Waarom een strategische visie?

Elnathan Prinsen: ‘Wat wij merken als vereniging is dat er altijd veel onderwerpen spelen, met diverse ketenpartners. De strategische visie helpt ons om een consistente lijn te voeren. Bovendien kunnen we nu actuele onderwerpen die op ons af komen, gebruiken om ons bredere plaatje en onze bredere visie tot uiting te brengen.’
Alan Ralston: ‘In de belangenbehartiging kunnen we ook proactiever zijn, doordat duidelijk is waar onze prioriteiten liggen. We hebben straks een basis om al vroegtijdig bij te sturen.’

Hoe is deze visie tot stand gekomen?

Ralston: ‘Om te beginnen is er enorm veel werk verricht door de unsung heroes op het bureau van de vereniging, met name door onze beleidsmedewerker dr. Cisca Joldersma. Zij heeft een analyse gemaakt van alle beleidsstukken, zowel in de bredere context van zorg in het algemeen, de medisch-specialistische zorg en de ggz, als de vereniging. Daarnaast hebben we het afgelopen jaar geschakeld met het bestuur, de commissies en de afdelingen.’
Prinsen: ‘Vanuit het bestuur hebben we een belangrijke nadruk gelegd op de context. Onze rol als psychiaters wordt immers mede bepaald door opvattingen in de maatschappij over zorg. Maar ook door politieke keuzes en de bekostiging – vandaar dat we al die beleidsstukken hebben meegenomen, zoals bijvoorbeeld het visiedocument Medisch Specialist 20251, of De Juiste Zorg op de Juiste Plek2. Vervolgens hebben we een voorzet gegeven en die teruggekoppeld met de strategische commissies en afdelingen, met alle actieve leden dus. Daarna hebben we ook webinars georganiseerd die voor alle leden toegankelijk waren en zijn we de dialoog aangegaan met maatschappelijke partners.’
Ralston: ‘Er kwamen heel interessante reacties, ook van buiten de vereniging, bijvoorbeeld van een woordvoerder van de politie. Dan krijg je een interessant gesprek, waarin de grensgebieden van de psychiatrie helder worden gemaakt. Ik wil niet utopisch doen, maar er ontstaat dan meer wederzijds begrip. We hebben als professionals soms het idee dat die maatschappij maar van alles vraagt en wij moeten leveren, ook al is het niet altijd redelijk wat er gevraagd wordt. Als je het naar het menselijk niveau terugbrengt, dan snap je die vraag weer.’

Wat heeft die dialoog verder opgeleverd?

Ralston: ‘Het viel me op dat vanuit de vereniging brede steun kwam voor de grote lijnen die we hadden ingezet. Bijvoorbeeld dat we aanwezig en actief willen zijn in het netwerk én de regionale banden met elkaar willen verstevigen én op regionaal niveau meer aanwezig willen zijn. Ook vinden we het belangrijk dat de psychiater vooraan komt te staan in de diagnostiek en daarin ook verantwoordelijkheid neemt in termen van indiceren en het bestrijden van onder- en overbehandeling. We willen innovaties versneld naar de praktijk brengen. En we willen meer aandacht voor de relatie tussen soma en psyche. Van al die thema’s die erin zitten is helder dat ze in onze vereniging breed worden gedeeld.’
Prinsen: ‘Die thema’s zijn herkenbaar voor psychiaters en ze maken ook duidelijk wat de psychiater heeft bij te dragen in verschillende contexten. Op macroniveau bijvoorbeeld is sprake van wachtlijsten en een stijgende vraag naar ggz-zorg, terwijl wij uit wetenschappelijk perspectief kunnen zeggen dat de prevalentie van ernstige psychiatrische stoornissen helemaal niet toeneemt. Die is echt super stabiel in de tijd. Tegelijkertijd stijgt de zorgvraag, stijgt het zorgaanbod en zien we een onderbehandeling van ernstige psychiatrische patiënten. Die laatste groep is natuurlijk bij uitstek de verantwoordelijkheid van de psychiater. Onze visie verduidelijkt die rol van de psychiater in het geheel van een multidisciplinair team en organisatie. Die rol zit vooral in de diagnostiek en de indicatiestelling. Dat maakt dat je behandelingen sneller en effectiever kunt vormgeven en prioriteiten kunt stellen. Met andere woorden: je probeert invloed uit te oefenen op de organisatie van de zorg.’

Wat kun je als psychiater doen aan problemen zoals wachtlijsten?

Ralston: ‘We moeten kijken hoe we psychiaters in staat stellen om elkaar lokaal en regionaal beter te vinden, om de problematiek van vraag en aanbod aan te kunnen pakken. Daar ligt ook een taak voor de medische staven.’
Prinsen: ‘Het is een voorbeeld van medisch leiderschap, over de grenzen heen kijken van je eigen team en je eigen organisatie. Wij pleiten voor een blik op het gehele aanbod in de regio, van vrij gevestigde praktijken, grote en kleine ggz-instellingen tot ziekenhuis en academie. We moeten er met elkaar voor zorgen dat dit aanbod aansluit bij de vraag in die regio.’

Wat zijn de belangrijkste innovaties in deze strategische visie?

Ralston: ‘Een nieuw accent is dus het versterken van de lokale en regionale verbindingen. De juiste expertise op de juiste plek in de ggz. Als een collega zit met een bepaalde vraag moeten we elkaar beter kunnen vinden. We zijn aan het nadenken hoe dat beter kan, ook in de zin van onze digitale infrastructuur. Een belangrijk accent is ook de nadruk op kwaliteit. Dat onderwerp lag een tijdlang een beetje extern, denk aan alle discussie rond de ROM. Wij vinden dat we ons dat onderwerp meer moeten toe-eigenen.’
Prinsen: ‘Voor mij zit de vernieuwing in de integratie. Dit stuk integreert allerlei processen die al in gang zijn – zorgbreed, in de psychiatrie en binnen de vereniging – tot één logisch geheel. Die regionale verantwoordelijkheid, hoe komt die terug in de kwaliteitsvisitatie? Als we het hebben over maatschappelijke verantwoordelijkheid in brede zin, hoe zit dat dan in het opleidingsplan? We zijn een wetenschappelijke vereniging, hoe brengen we wetenschap bij de praktijk en hoe zorgen we dat de wetenschap dienend is aan onze taken en verantwoordelijkheden? Dat willen we doen met het wetenschappelijk uitwisselingsplatform PSYience. Ik vind de innovatie echt zitten in die integratie. En voor de rest hoop ik eigenlijk dat er geen heel nieuwe dingen in zitten, want deze visie moet vooral aansluiten bij de realiteit van onze leden.’

Hoe sluit het aan bij het 150-jarig jubileum van de vereniging later dit jaar en bij 180 jaar psychiatrie?

Prinsen: ‘Toevallig heel goed. Toen ik voorzitter werd, wilde ik eigenlijk zo snel mogelijk zo’n stuk hebben om onze consistentie te verbeteren. Mede door de COVID-19-crisis heeft het hele proces enige vertraging opgelopen. Door COVID-19 hebben we juist ook wel weer een goede inhoudelijke verdiepingsslag kunnen maken. Het stuk is nu misschien iets later klaar, maar mooi op tijd in de aanloop naar het jubileumjaar.’

En wat is de geplande houdbaarheid ervan?

Prinsen: ‘Het meerjarenbeleidsplan loopt tot 2025. Deze relationele, contextgerichte strategische visie heeft, denk ik, een veel langere houdbaarheid. Je hoopt dat het een levend document blijft, dat meegroeit met ontwikkelingen in de samenleving en in de psychiatrie. Neem bijvoorbeeld de integrale zorg voor soma en psyche. Daarover is recent een rapport van de Gezondheidsraadverschenen, waaruit blijkt dat de somatische zorg nog steeds slechter is voor mensen met psychiatrische problemen. Aan de andere kant weten we dat mensen met veel somatische problemen vaker ook psychiatrische problemen hebben. Wanneer we vanuit onze strategische visie gaan werken aan die integrale zorg, kan dat gevolgen hebben voor de organisatie van de zorg. Dat speelt nu bijvoorbeeld al in de houtskoolschets voor de acute zorg, waarin acute somatische zorg en acute ggz meer geïntegreerd worden. Dat soort concrete ontwikkelingen in de komende jaren kan aanleiding geven tot aanpassingen. Maar ik denk dat de grote lijn, de netwerkzorg in de psychiatrie, voor langere tijd actueel blijft.’


De strategische visie in één zin

Figuur (kleur) concept van de strategische visie

Voorin het concept van de strategische visie staat deze zin, die als een samenvatting van het document gelezen kan worden: ‘Gedreven door goede zorg voor patiënten, bouwend op onze wetenschappelijke kennis en psychiatrische expertise, stellen wij ons toetsbaar en leerbaar op, om samen met patiënten hun psychische gezondheid te bevorderen en beter te worden in ons vak, samen met andere professionals in netwerkzorg, vanuit vertrouwen en ruimte voor professionals en met minimaal noodzakelijke administratie pakken wij duurzaam onze verantwoordelijkheid als zelfbewuste psychiater in de samenleving.’


Portretfoto (kleur) Elnathan Prinsen

Elnathan Prinsen is sinds april 2019 voorzitter van de NVvP. Hij werkt als psychiater in een IHT/crisisdienst-team in Deventer.


Portretfoto (kleur) Dr. Alan Ralston

Dr. Alan Ralston is vicevoorzitter van de NVvP en als psychiater werkzaam als medisch hoofd Zorglijn Acuut en Intensieve Zorg UMC Utrecht. Hij is ook filosoof; in 2019 promoveerde hij bij prof. dr. Gerrit Glas op het proefschrift Filosofie van de psychiatrische praktijk.