EEN JAAR COVID-19

‘Mentale problemen prik je niet zomaar weg’

  • 8 min.
  • Maatschappij

Wat eens onvoorstelbaar leek, is al een jaar lang realiteit: het coronavirus heeft Nederland volledig in zijn greep. Welke gevolgen heeft de COVID-19-pandemie tot nu toe voor psychiatrisch patiënten?

De COVID-19-pandemie raakt iedereen, ook psychiatrisch patiënten. In de eerste plaats doordat sommigen zelf besmet raken met het virus. ‘Mogelijk hebben psychiatrisch patiënten een hoger risico om ziek te worden. Ze hebben relatief vaak somatische risicofactoren zoals hypertensie en diabetes’, zegt psychiater dr. Daphne Everaerd, werkzaam in het Radboudumc. ‘Aan de andere kant zijn er mogelijk ook beschermende factoren. Ze gebruiken soms medicijnen die volgens onderzoek misschien het ziektebeloop kunnen beïnvloeden. Zo zijn er aanwijzingen dat bijvoorbeeld valproïnezuur en fluvoxamine beschermend kunnen werken bij COVID-19.’
Er valt veel te veronderstellen, maar meten is weten. ‘Daarom initieerden we vanuit het Radboudumc meteen in maart 2020 het casusregister, samen met UMC Utrecht, GGZ Oost Brabant en GGZ Breburg’, zegt Everaerd. ‘We hopen inzicht te verkrijgen in de verspreiding van het virus en de mogelijke complicaties ervan bij psychiatrisch patiënten. We registreren onder meer hun somatische en psychiatrische voorgeschiedenis, de besmettingsroute, medicijngebruik en symptomen, met name eventuele neuropsychiatrische symptomen. Delier wordt bijvoorbeeld vaak gezien bij oudere COVID-19-patiënten. Soms is een delier zelfs het eerste symptoom.’ Conclusies zijn nog niet te trekken, de eerste analyses moeten nog gedaan worden.

Permanent verhoogd waterpeil?

Uiteraard zijn ook de maatregelen om verspreiding van het virus te voorkómen van grote invloed op psychiatrisch patiënten. ‘Bij kinderen en jongeren zagen we vooral na de zomer een verergering van problematiek’, constateert kinder- en jeugdpsychiater Chaim Huijser (Levvel). ‘Niet zozeer méér jongeren, maar meer problemen bij bestaande patiënten. Vooral de eetstoornisproblematiek nam toe, net als suïcidale gestes.’ De kinder- en jeugdpsychiatrie voelt de gevolgen hiervan maar al te duidelijk. ‘Het hele zorgstelsel is overbelast, de doorstroom stagneert, de acute bedden liggen allemaal vol’, somt Huijser op.
Langdurige lockdowns pakken juist bij jongeren desastreus uit, ziet Huijser. ‘Ze worden op zichzelf teruggeworpen, terwijl ze in een levensfase zitten waarin sociale contacten en jezelf ontwikkelen heel belangrijk zijn.’ Aan de andere kant zijn er ook kinderen en jongeren die juist beter gedijen tijdens een lockdown. ‘Minder druk van school, minder prikkels, geen bewijsdrang…, maar die groep is helaas kleiner.’ Over de toekomst is Huijser zeer bezorgd. ‘Ik vraag me af: zien we nu een tijdelijke golf van meer psychiatrische problemen, of is dit een permanent verhoogd waterpeil? Veel kinderen en jongeren missen een flinke hap in hun ontwikkeling. En mentale problemen prik je niet zomaar weg zoals je een virus wegprikt met vaccinatie.’

Vergevorderde psychiatrie

Illustratie (kleur) vrouw met COVID-19

Psychiater Anne-Marie Schram, bestuurder GGZ Oost Brabant en voorzitter van het coronacrisismanagementteam, zat zeker in de eerste golf in het hart van de coronahaard. ‘De gemeente Boekel kleurde felrood op de kaart, maar daarbinnen was onze psychiatrische instelling Huize Padua een wit stipje. Ik ben nooit blij geweest met het geïsoleerde bestaan van onze cliënten, maar in coronatijd was het een zegen.’ Toch ontkwam de intramurale zorg niet aan besmettingen. ‘We waren de eerste ggz-instelling die patiënten had liggen op een corona-cohortafdeling’, zegt Schram.
Kreeg GGZ Oost Brabant ook te maken met extra psychiatrische problematiek door de coronapandemie? ‘Jazeker’, antwoordt Schram. ‘In de eerste golf vooral bij de ouderenpsychiatrie. Er was een hoge instroom van nieuwe patiënten met heel ernstige psychiatrie, waaronder vergevorderde depressies, manieën en psychoses. Normaal zie je zoiets misschien één keer per jaar, vorig jaar zagen we er soms een handvol in één weekend. Blijkbaar zien we patiënten normaal gesproken veel eerder doordat mantelzorgers, familieleden of huisartsen aan de bel trekken. Door de lockdown ontbrak een deel van die waakzaamheid.’
De tweede golf liet een heel ander beeld zien. ‘Nu zijn het niet de ouderen, maar juist de jongeren die meer psychiatrische problematiek ondervinden’, licht Schram toe. ‘Het aandeel patiënten tussen 16 en 24 jaar is veel groter dan anders en we zien heel veel acute gevallen. Trauma’s, depressie, suïcidaliteit… Veel jongeren redden het anders best redelijk, maar zakken genadeloos door het ijs nu de sociale context verandert en structuren wegvallen. We horen dat ook van ouders: “Ze had het wel eens moeilijk, maar school en volleybal sleepten haar daar doorheen.” Dit laat naar mijn mening goed zien hoeveel draagkracht onze gemeenschap normaal gesproken biedt.’ Hoe verklaart Schram dat in de eerste golf vooral ouderen de zwaarste klappen kregen en in de tweede golf juist jongeren? ‘Ik denk dat we als maatschappij inmiddels geleerd hebben meer oog te hebben voor de ouderen. Daardoor mochten in de tweede golf de inloop en opvang voor ouderen en kwetsbare personen deels openblijven, net als de dagbehandeling. Het wordt hoog tijd dat we ook wat meer doen voor de jeugd. Ik had zó graag gewild dat de scholen minder lang gesloten waren, al begrijp ik dat dit niet anders kon. De aandacht voor de jeugd bleef tijdens de tweede golf helaas achter.’

Blijven bolwerken

Illustratie (kleur) man met COVID-19

Ouderenpsychiater Laura Breuning werkt onder meer op de acute-opnameafdeling en de speciale COVID-unit voor psychiatrisch patiënten, gehuisvest in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. ‘Waar we tijdens de eerste golf maar drie COVID-19-patiënten opnamen, zijn dat er nu veel meer’, merkt Breuning op. Toch is een toename van psychiatrische problematiek in haar organisatie minder duidelijk zichtbaar. ‘We zien niet méér patiënten op de kliniek, en we hebben 32 bedden die sowieso altijd vol zijn. Wel valt het op dat de ziektebeelden die we zien, zoals depressie of een psychose, nu vaak doorspekt zijn met corona: de situatie rondom de pandemie geeft stress en vormt de aanleiding voor de psychiatrische klachten.’ Voor ouderen is vooral het wegvallen van structuur fnuikend. ‘Veel activiteiten gaan niet door, bijvoorbeeld gezamenlijk eten in het verzorgingstehuis of de dagbesteding’, verklaart ze. ‘Iedereen doet weliswaar z’n best om zoveel mogelijk continuïteit te bieden, maar dat lukt nooit volledig. Dan mag bijvoorbeeld slechts de helft van het normale aantal mensen komen, of er is een infectie vastgesteld en alles wordt weer afgelast.’
Maakt Breuning zich zorgen over de toekomst? ‘Ik maak me vooral zorgen over het aantal zieke medewerkers: kunnen we dit blijven bolwerken? Het behandelen van patiënten is bovendien lastiger door het gebrek aan dagelijkse structuur: mensen hebben dat echt nodig om op te knappen.’

Zorgen

Psychiatrisch epidemioloog prof. dr. Brenda Penninx (Amsterdam UMC) brengt de psychische gevolgen van de coronapandemie wetenschappelijk in kaart. ‘We gebruiken daarvoor cohortstudies die al vele jaren lopen binnen grote groepen patiënten en controles zonder psychiatrische klachten’, vertelt ze. Dit zijn de NESDA (Nederlandse Studie naar Depressie en Angst), de NESDO (Nederlandse Studie naar Depressie bij Ouderen) en de NOCDA-studie (Nederlandse OCD Associatie). ‘Van de drieduizend deelnemers die we volgen weten we al heel veel. Daardoor kennen we ook hun psychiatrische ziektelast vóór de coronacrisis aanbrak, wat een goede vergelijking mogelijk maakt.’ De reguliere studies lopen grotendeels door. ‘Daarnaast begonnen we direct nadat de pandemie aanbrak specifiek te vragen naar hoe de deelnemers omgaan met de pandemie. Bijvoorbeeld: maken ze zich zorgen, zijn ze gestrest? Zijn ze bang dat zij of hun naasten besmet raken?’ Overigens zijn de jongste deelnemers aan de cohorten al rond de dertig jaar. ‘Over de effecten op jongeren kunnen wij dus niets zeggen.’

Ongezonder leven

In december 2020 verschenen de resultaten van de analyse van de eerste golf in Lancet Psychiatry. ‘We zagen dat mensen met psychiatrische problematiek meer last hadden van angst en zorgen om corona dan controlegroepen’, zegt Penninx. ‘Hun leefstijl werd ook ongezonder, ze gingen meer snacken en minder bewegen. Bij de gezonde controlegroepen was dat veel minder het geval; daar ging een deel zelfs gezonder leven.’ Ondanks deze omgangsproblemen bleken de psychiatrische problemen niet te zijn toegenomen.
‘Dat klinkt positief, maar je moet wel bedenken dat deze mensen sowieso al hoog scoorden op psychiatrische klachten. Daarnaast gaat het om groepsgemiddelden. Binnen de groep zijn er wel degelijk patiënten bij wie de klachten verergeren, net zoals er patiënten zijn die juist vooruitgaan doordat de lockdown ze meer rust biedt. In een vervolgstudie proberen we nu meer zicht te krijgen op de variatie binnen de groep en welke factoren daarbij bepalend zijn. Denk aan de mate waarin mensen getroffen worden door de pandemie: als je je baan kwijtraakt of thuis zit met schoolgaande kinderen heb je misschien meer kans op verergering van psychiatrische klachten.’
Na de eerste golf continueerden de onderzoekers de vragenlijsten. Bij het schrijven van dit artikel waren de analyses hiervan nog niet rond. Publicatie van de langere termijneffecten wordt binnenkort verwacht. Penninx: ‘We weten het natuurlijk niet, maar het zou goed kunnen dat de psychische gevolgen erger worden naarmate de pandemie langer duurt’, antwoordt ze. ‘Ten eerste omdat het saamhorigheidsgevoel van de eerste piek een beetje weg is, maar ook doordat de economische en sociaal maatschappelijke gevolgen van de pandemie steeds duidelijker worden. We weten ook van buitenlandse studies dat de impact van de SARS-epidemie op de mentale gezondheid pas later kwam.’


Portretfoto (kleur) Dr. Daphne Everaerd

Dr. Daphne Everaerd is ouderenpsychiater en werkt bij het Radboudumc. Zij coördineert het casusregister voor psychiatrisch patiënten met COVID-19 (CoviP).


Portretfoto (kleur) Dr. Chaim Huijser

Dr. Chaim Huijser is kinder- en jeugdpsychiater en werkt als geneesheer-directeur bij Levvel in Amsterdam. Tot 2017 was hij bestuurslid bij de NVvP, sectie Kinder- en jeugdpsychiatrie.


Portretfoto (kleur) Anne-Marie Schram

Psychiater Anne-Marie Schram is lid van de Raad van Bestuur van GGZ Oost Brabant, waar zij verantwoordelijk is voor de zorginhoudelijke portefeuille.


Portretfoto (kleur) Laura Breuning

Laura Breuning is ouderenpsychiater, werkt bij Reinier van Arkel en is zorgprogrammaleider ouderenpsychiatrie. Vanaf 2013 is zij bestuurslid bij de afdeling Ouderenpsychiatrie van de NVvP.


Portretfoto (kleur) Prof. dr. Brenda Penninx

Prof. dr. Brenda Penninx is hoogleraar Psychiatrische epidemiologie en werkt bij het Amsterdam UMC. Zij leidt sinds 2004 de Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (NESDA).