VOORUITBLIK JUBILEUMDAG 17 NOVEMBER: GEVESTIGDE ÉN JONGE ONDERZOEKERS DAGEN ELKAAR UIT

Vakkennis, uitdaging en inspiratie: depressie, antipsychotica en soma en psyche

  • 5 min.
  • Jubileum
  • Vereniging

Oude en jonge ‘meesters’ geven acte de présence op de jubileumdag op 17 november. Jonge onderzoekers pitchen hun onderzoek. Waarop vervolgens gearriveerde psychiaters reflecteren. Kortom, vakgenoten gaan met elkaar in dialoog. In De Psychiater alvast een voorproefje: jonge en meer ervaren vakgenoten leggen elkaar een stelling voor en reageren zo prikkelend mogelijk in 100 woorden. Deze keer prof. dr. Robert Schoevers, Jolien Veraart, Sanne Smith, prof. dr. Lieuwe de Haan, Julie Hagen, dr. Jentien Vermeulen, prof. dr. Aartjan Beekman, Lisa van Zutphen en Annelies Brouwer aan het woord.

De hardnekkige depressie

Prof. dr. Robert Schoevers: Binnen de psychiatrie wordt patiëntgebonden onderzoek niet gezien als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dat is op de langere termijn ten nadele van de behandelprognose van onze patiënten

Foto (kleur) Jolien Veraart

Jolien Veraart, psychiater-onderzoeker PsyQ en UMC Groningen: ‘Veel psychiatrische aandoeningen beginnen op jongere leeftijd en hebben een chronisch of recidiverend beloop. Er is daarom een hoge urgentie om bestaande behandelingen te optimaliseren en nieuwe behandelingen te ontwikkelen. Aanknopingspunten hiervoor komen uit de klinische praktijk, maar individuele clinici beschikken vaak over onvoldoende tools om grootschalig onderzoek te doen. Door patiëntgebonden onderzoek als gezamenlijke verantwoordelijkheid te zien en samenwerking op te zoeken met collega’s ontstaan meer mogelijkheden. Zulke samenwerkingsverbanden, zoals het recent opgezette Netwerk Hardnekkige Depressie, kunnen de prognose van onze patiënten op langere termijn verbeteren!’

Foto (kleur) Sanne Smith

Sanne Smith, aios en onderzoeker UMC Groningen: ‘Patiëntgebonden onderzoek is cruciaal om vooruit te komen. En hoewel velen van ons worstelen met werkdruk en productiecijfers, zijn juist wij, als clinici, bij uitstek geschikt om een bijdrage te leveren aan dit onderzoek. Door onze toegang tot patiënten zien we waar het beter kan en moet en leveren we waardevolle input voor de wetenschap. Tevens biedt deze toegang de mogelijkheid om onderzoek in de praktijk te brengen, waarmee we zowel de wetenschap als de individuele patiënt helpen. Vooruitgang gaat langzaam, maar als we het onderzoek samen dragen kunnen we de prognose van onze patiënten uiteindelijk verbeteren.’

Sanne Smith en Jolien Veraart: If we knew what it was we were doing, it would not be called research (A. Einstein)

Portretfoto (kleur) Robert Schoevers

Prof. dr. Robert Schoevers, UMC Groningen: ‘In onze zeer gereguleerde werkelijkheid doen subsidiegevers en politiek hun best om onderzoekers te overladen met speerpunten, aandachtspunten, diverse perspectieven en nog veel meer. Het is dan soms moeilijk uit te leggen dat je onderzoek ook doet omdat je bepaalde dingen domweg nog niet weet of begrijpt. Ik ben een voorstander van onderzoek waar de patiënt uiteindelijk beter van wordt, maar heb geleerd dat onderzoek ook in dat opzicht lang niet zo stuurbaar is als je zou hopen. Gelukkig werk ik samen met vele getalenteerde jonge en senior onderzoekers die open staan voor creatieve, goeie ideeën. Oók wanneer de kaders die worden gesteld daar soms weinig ruimte voor lijken te bieden.’

Aarde en Vuur: de impact van antipsychotica, roken en oxidatieve stress

Prof. dr. Lieuwe de Haan: Antipsychotica zijn neuroleptica

Foto (kleur) Julie Hagen

Julie Hagen, psychiater-onderzoeker Amsterdam UMC, locatie AMC / VIP Mentrum (Arkin): ‘Bekende, veelal hinderlijke bijwerkingen van veel antipsychotica zijn sedatie en motorische vertraging. Echter, tijdens de acute fase van een psychose overstijgen de voordelen van het therapeutisch effect van antipsychotica de nadelen van deze neuroleptische (vrij vertaald: zenuw-remmende) effecten. Behandeling met antipsychotica is in het eerste half jaar geassocieerd met een verbetering van niet alleen positieve symptomen, maar ook van sociaal functioneren (Huhn, The Lancet, 2019). Het effect is dan niet remmend, maar juist stimulerend. De vraag is bij wie ná de acute fase de balans vervolgens omslaat en antipsychotische medicatie de patiënt meer afremt dan vooruit helpt.’

Foto (kleur) Jentien Vermeulen

Dr. Jentien Vermeulen, aios en onderzoeker Amsterdam UMC, locatie AMC:Antipsychotica hebben door de jaren heen diverse namen toegedicht gekregen (tranquilizers, neuroleptics) die refereren aan het effect of werkingsmechanisme. Als ultimum remedium is er gekozen voor de naam antipsychotica. Een benaming die terecht vermeldt dat het effectief kan zijn tegen psychoses. Bovenal een benaming die onvoldoende recht doet aan persoonlijke, sociale en klinische effecten. Bij het voorschrijven van antipsychotica als – bijvoorbeeld – hypnoticum of stemmingsstabilisator resulteert dit nogal eens in een uitgebreide uitleg aan patiënten. Dit is op zijn zachtst gezegd verwarrend. It's all in the name…’

Julie Hagen en dr. Jentien Vermeulen: De psychiater is een somaticus

Foto (kleur) Lieuwe de Haan

Prof. dr. Lieuwe de Haan, Amsterdam UMC: ‘Je kan vragen formuleren bij (de samenhang tussen) de woorden van deze stelling. Bestaat de psychiater? Wordt met “is” bedoeld dat “het zijn van een somaticus” een actueel kenmerk is van de psychiater? Is een somaticus een dokter? Is de psychiater voornamelijk een somaticus? Verwijst de stelling naar onze opleiding tot basisarts of verwijst zij naar een ontbrekende doch gewenste kwaliteit? Die neiging om vragen te stellen, is óók een omtrekkende beweging. Immers, zonder somatische expertise bestaat de psychiater niet.’

Soma en psyche: psychiatrische ziekten zijn systeemziekten

Prof. dr. Aartjan Beekman: De effecten van zowel de genetische als omgevingsen lifestyle factoren voor psychiatrische aandoeningen worden gedeeld en hebben effect op meerdere systemen van het lichaam

Foto (kleur) Lisa van Zutphen

Lisa van Zutphen, onderzoeker Amsterdam UMC: ‘Eens, mensen met psychiatrische ziekten hebben vaak ook (meerdere) lichamelijke ziekten, wat niet alleen door slechte zelfzorg verklaard kan worden. De bidirectionele relatie tussen depressie en cardiovasculaire ziekten is bijvoorbeeld niet alleen te wijten aan een ongezonde leefstijl. Net als dat oversterfte bij mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen niet volledig is toe te schrijven aan externe factoren, zoals suïcide. Hoewel de verklarende pathofysiologische mechanismen nog grotendeels onbekend zijn, lijken psychiatrische ziekten dus een ongunstige invloed te hebben op het functioneren van andere orgaansystemen.’

Foto (kleur) Annelies Brouwer

Annelies Brouwer, psychiater en onderzoeker in opleiding Amsterdam UMC: ‘Psychiatrische ziekten zijn systeemziekten omdat psychologische en sociale, maar ook biologische, factoren een rol spelen. Zo komt depressie veel voor bij mensen met ouderdomssuikerziekte. Uit eerdere publicaties en onderzoek, dat ik samen met collega’s uitgevoerd heb, blijkt dat depressie en ouderdomssuikerziekte een gemeenschappelijke biologische origine hebben. Ook lijkt de depressie er bij mensen met ouderdomssuikerziekte anders uit te zien: zij reageren minder goed op behandeling met medicatie, maar juist beter op interventies gericht op de leefstijl. Als we psychiatrische ziekten als systeemziekten benaderen kan dat bijdragen aan een patiëntgerichte en meer effectieve behandeling van depressie.’

Stelling Lisa van Zutphen en Annelies Brouwer: De psychiatrie doet te weinig om de lichamelijke gezondheid van patiënten te bevorderen

Portretfoto (kleur) Aartjan Beekman

Prof. dr. Aartjan Beekman, Amsterdam UMC: ‘Patiënten met schizofrenie, bipolaire stoornis of depressie leven tien tot twintig jaar korter. Alle reden om als psychiaters meer te doen om de lichamelijke gezondheid van onze patiënten te bevorderen. Ik ben het dus van harte eens ben met de stelling. Dit betekent meer dan een periodieke screening van patiënten. Het betekent dat psychiaters integraal naar de gezondheid van patiënten kijken en zich veel steviger als medisch specialist positioneren. Een verplichte stage neurologie of interne geneeskunde tijdens de opleiding zou hierbij erg helpen.