Nihilistische wanen

  • 3 min.
  • Column
  • Psychiatertaal

In Het psychiatrisch onderzoek (Hengeveld & Schudel, 1997) hebben wij de nihilistische wanen kort aangeduid met: 'het lichaam teert weg, mist delen, is gestorven' en deze wanen ondergebracht bij de somatische wanen. In de werkgroep van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, die de richtlijn voor het psychiatrisch onderzoek voorbereidt, wees men mij er echter op dat nihilistische wanen een ruimere betekenis hebben dan alleen deze ernstige hypochondrische overtuiging. U begrijpt, dat was een goede reden om er een column aan te wijden.

Jules Cotard (1840-1887) was de eerste die, in 1882, deze waan beschreef: 'Als ze hun naam wordt gevraagd, hebben zij er geen - waar zijn ze geboren? Ze zijn niet geboren. Wie waren hun vader en moeder? Ze hebben geen vader, moeder, vrouw of kinderen. Hebben ze hoofdpijn of pijn in de maag of ergens anders in het lichaam? Ze hebben geen hoofd of maag en sommigen hebben geen lichaam. Als men ze een voorwerp toont, een roos of een andere bloem, antwoorden ze: "Dat is geen roos, dat is helemaal geen bloem." In sommige gevallen is de ontkenning totaal. Niets bestaat er meer, zelfs zijzelf niet' (geciteerd in Symptoms in the mind, Sims, 1995). Cotard gaf er de naam 'délire de négations' aan. Letterlijk vertaald betekent dit: de ontkenningswaan. In andere Europese talen is dit, wonderlijk vrij vertaald als nihilistische waan. Nihilisme betekent immers veeleer: in niets geloven. De Van Dale geeft, naast de psychopathologische, de volgende drie definities van 'nihilisme':

  1. een vroeger in Rusland wijdverbreide revolutionaire leer die de maatschappelijke orde geheel wilde omverwerpen en daarna op het niets een nieuwe maatschappij opbouwen;
  2. leer die de mogelijkheid om te komen tot een stellige overtuiging of grondwaarheden op ethisch, wijsgerig of sociaal gebied ontkent;
  3. ongeloof in enige therapie.'

Opvallend veel auteurs van handboeken en leerboeken psychiatrie en psychopathologie noemen noch de nihilistische waan, noch het syndroom van Cotard. Zo heb ik het bijvoorbeeld niet kunnen vinden bij de Nederlanders Jelgersma, Rümke en Kraus, en evenmin bij de Amerikanen Andreasen, Hales & Yudowski en Tasman, Kay & Lieberman. Misschien omdat de (grote) DSM-IV het niet bij de criteria voor een depressieve episode beschrijft?

In de boeken die de nihilistische waan wel vermelden worden de volgende, soms fraaie, omschrijvingen gegeven. Oswald Bumke (Lehrbuch der Geisteskrankheiten, 1929) rekent de nihilistische waan tot de melancholische waandenkbeelden, typisch voor de seniele depressie: 'Der Kranke ist nicht bloE ganz verarmt und von allen Menschen verachtet, sondern er lebt gar nicht mehr, er hat keinen Magen, kein Herz, kein Gefühl und keine Empfindung, er schläft nie und hat keinen Stuhlgang, sein Vermogen ist fort, sein Haus verbrannt, seine Angehörigen sind alle gestorben.' Duidelijk meer en iets anders dan de zondewanen en armoedewanen. Karl Jaspers (Engelse ertaling: General psychopathology, 1997) zegt het als volgt: 'The world does not exist any more, the patient himself does not exist; he only appears to live and he must live like this forever. He has no feelings and he cares for nothing.' Ook Kuiper (Hoofdsom der psychiatrie, 1973) vermeldt dit tegenstrijdige niet- en tegelijk eeuwige leven en spreekt van 'een kwellende vorm van de onsterfelijkheidswaan.' Zwanikken en medewerkers (Psychiatrie, 1993) houden het kort maar krachtig: 'Ik ben niets meer.'
Het Oxford textbook of psychiatry ( Gelder et aL, 1996) verruimt de definitie door de armoedewaan en de wereldondergangswaan erin op te nemen: 'Strictly speaking, nihilistic delusions are beliefs about the non-existence of some person or thing, but their meaning is extended to include pessimistic ideas that the patient's career is finished, that he is about to die, that he has no money, or that the world is doomed.' In Kaplan and Sadock's Synopsis of psychiatry ( 1998) wordt het syndroom van Cotard ook verbreed met de armoedewaan: 'Patients with this syndrome complain of having lost not only possessions, status and strength but also their heart, blood and intestines. The world beyond them is reduced to nothingness.'

De collega's van de richtlijnwerkgroep hadden gelijk. In de volgende druk van Het psychiatrisch onderzoek zullen we de nihilistische wanen niet meer onderbrengen bij de somatische, maar bij de depressieve wanen die betrekking hebben op schuld, zonde, armoede en wereldondergang. Omdat er voor deze verschillende wanen al eigen termen bestaan, zullen we ons daarbij wel aan de oorspronkelijke beschrijving van Cotards 'negatiewaan' houden: de overtuiging dat de patiënt zelf, zijn lichaam, zijn organen of de hele wereld niet (meer) bestaat.