Onderzoek psychiaters en tuchtrechtspraak

Slechts klein deel klachten is gegrond

  • 9 min.
  • Beleid
  • Tuchtrecht

'De noodklok hoeft niet geluid te worden over de beroepsgroep', meende J. Verhoeff, hoofdinspecteur voor de Gezondheidszorg, in zijn toespraak op 3 april 1998 tijdens het Voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. Tijdens een plenaire bijeenkomst werden de resultaten gepresenteerd van het onderzoeksrapport De Psychiater in de medische tuchtrechtspraak 1989-1997.

De studie werd verricht door prof. mr. J.H. Hubben hoogleraar Gezondheidsrecht en advocaat, en mr. M.E.F. Heineman, onderzoeksmedewerker bij de sectie Gezondheidsrecht van de Katholieke Universiteit Nijmegen. 'Het is een interessante studie die ons een spiegel voorhoudt', vond dr. P.A. de Groot, vice-voorzitter van de NVvP. Psychiaters houden zich over het algemeen liever niet bezig met tuchtrecht en als dat wel gebeurt, zijn ze meestal Lijdend voorwerp. Het is voor iedere psychiater die in een tuchtzaak betrokken raakt een emotionele gebeurtenis die vaak diepe sporen achterlaat in zijn of haar (professionele) leven. &ellipsis;

Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen

Account aanmaken

Heeft u al een account?