Delier

Jarenlang woonde ik in hetzelfde huis als een alcoholist. Wanneer ik 's ochtends om halfzeven op pad ging, stond hij al met een flesje bier in zijn handen. Hij dronk minstens een krat bier en halve fles jenever per dag. Zijn ogen waren in de loop van de jaren zo slecht geworden dat hij zijn biertjes op de tast moest zien te vinden en zien open te krijgen. Dat lukte niet altijd, soms viel hij en lag uren op de grond. Op een keer kwam ik thuis, toen het water onder zijn voordeur vandaan de gang in sijpelde. Hij deed niet open. Hij bleek dronken onder de douche op het afwateringsputje in slaap gevallen te zijn terwijl de kraan nog liep. De woning was ondergelopen en hij was onderkoeld geraakt. Het duurde uren voor hij weer op bij gekomen was, en wij zijn huis hadden aangedweild.