LEEFSTIJLINTERVENTIES BIJ CHRONISCHE ZIEKTES

'Ervaring is de belangrijkste prikkel’

  • 7 min.
  • de ontmoeting
  • Portret

Er is een enorm hiaat tussen onze feitelijke kennis en welke gedragingen we daadwerkelijk laten zien. De kunst van leefstijlgeneeskunde zit hem in hoe je mensen begeleidt naar – of verleidt tot – duurzame gedragsverandering. Een tweegesprek tussen psychiater dr. Rogier Hoenders en internist-endocrinoloog prof. dr. Hanno Pijl, over leefstijlinterventies bij chronische ziektes.

Beide specialisten waren genomineerd voor leefstijlarts van het jaar 2019 en zetten zich al jaren in om leefstijlgeneeskunde prominenter op de kaart te krijgen. Ze vinden hiervoor een steeds breder gehoor, maar dat duurde wel even.
Pijl: ‘Ik roep al tien jaar dat een gezonde leefstijl cruciaal is; voor het eerst tijdens mijn oratie. Ik werd toen nog net niet uitgelachen.’
Hoenders herkent dat: ‘Ik verkondig het ook al jaren en kreeg in het begin veel smalende reacties en kritiek.’ Die tijden zijn inmiddels voorbij, want vooral de laatste vijf jaar is er heel veel veranderd in de manier waarop men de invloed van leefstijl erkent. Hoenders ziet het aan de toenemende belangstelling voor zijn workshop over leefstijlinterventies in de psychiatrie tijdens het Voorjaarscongres. Hij vindt dat leefstijlgeneeskunde de basis zou moeten zijn van elke behandeling, omdat gedrag biologische effecten heeft. ‘Een verkeerde leefstijl is immers ernstig verweven met psychopathologie: het komt eruit voort en kan het verergeren. Kijk bijvoorbeeld maar naar het microbioom, neuroplasticiteit en naar de invloed van chronische stress, de allostatic load.’
Pijl knikt beamend: ‘Leefstijl interacteert met de (epi)genetische bagage van de patiënt; de betekenis van leefstijl voor de ontwikkeling van chronische ziekte verschilt per aandoening. De betekenis van leefstijlinterventie dus ook. Diabetes is een ziekte die niet voorkomt zonder westers ontwikkelde context. Je kunt diabetes type 2 dus ook genezen door je leefstijl aan te passen. Dat geldt voor andere ziekten in mindere mate, vooral omdat er schade ontstaat in de loop van de ziekte.’ Hoenders knikt: ‘Er zijn ook zoveel aanwijzingen dat leefstijl een belangrijke invloed heeft op de psychische gezondheid: we weten bijvoorbeeld dat blowen het risico op achterdocht en stemmen horen vergroot, dat ongezond eten gerelateerd is aan depressie en dat er bij kinderen een verband is tussen veel naar beeldschermen kijken en angst- en slaapstoornissen. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Bij elke leefstijlfactor en elk symptoom zijn er weer andere verbanden. Nader onderzoek is echt geïndiceerd.’

Aansluiten bij belevingswereld

Tijdens het gesprek blijken de heren het voortdurend met elkaar eens als het om leefstijlgeneeskunde gaat. Ze vertellen dat dit – ondanks het feit dat ze elkaar niet zo vaak zien – al jaren zo is. Pijl: ‘Dat is steunend en inspirerend.’ Hoenders knikt bevestigend. Bij het Centrum Integrale Psychiatrie van Lentis – een grote ggzinstelling in de provincies Groningen, Drenthe en Friesland – werkt hij met zijn collega’s al twaalf jaar bewust aan leefstijlveranderingen bij patiënten en sinds drie jaar ook bij medewerkers. Naast wetenschappelijke onderbouwing wordt gebruikgemaakt van ervaringskennis. ‘En dat werkt goed’, aldus Hoenders. Hij schetst een aantal punten (zie kader) waaraan leefstijlverandering moet voldoen wil het kans van slagen hebben. Stap één is dat de patiënt zelf het doel bepaalt. ‘Als wij zeggen “u moet dat veranderen” is de kans van slagen veel kleiner dan wanneer diegene dat zelf besluit. Daartoe beginnen we met een registratie: we vragen de patiënt op te schrijven wat hij doet en eet. Dan gaan we in gesprek over punten waar de patiënt tevreden over is en wat hij liever veranderd zou zien. Daar maken we dan een stapsgewijs plan voor.’
Hoenders vertelt dat hij daarbij altijd zoekt naar iets dat de patiënt aanspreekt. ‘Jongeren vertel ik bijvoorbeeld dat stoppen met roken en drinken en meer sporten hun seksuele functie verbetert. Vrouwen vertel ik dat ze van groente en fruit een mooiere huid krijgen dan van junkfood, en of dat dan niet mooi meegenomen is. Zo zoek ik naar dingen die voor patiënten belangrijk zijn en sluit daarbij aan.’

Ervaren en voelen

Pijl, die geïnteresseerd heeft zitten luisteren naar de aanpak van Hoenders, knikt instemmend. ‘Mensen moeten het ervaren en voelen. Stichting Voeding Leeft, waar ik bij ben aangesloten, biedt een multidisciplinair leefstijlprogramma voor patiënten met diabetes type 2, waarbij een coach, een verpleegkundige en een diëtist samenwerken. Mensen met diabetes type 2 werken een weekend lang aan zichzelf en er zijn terugkomdagen. Een groot deel van de mensen die insuline spuit, kan na zo’n weekend met insuline stoppen. Mensen voelen zich ook beter, want door de hoge bloedglucoses voel je je ook niet lekker. Daar zijn ze als patiënt langzaam in gegroeid en vaak hebben ze niet eens in de gaten dat ze zich niet optimaal voelen. Maar als je bloedglucose lager wordt, voel je je beter. Die ervaring stimuleert enorm om een leefstijlverandering door te voeren. Punt is wel dat zo’n weekend niet wordt vergoed, terwijl mensen minder medicijnen gaan gebruiken.’ Hoenders: ‘Wij merken ook dat ervaring werkt. Het effect van Running therapy en ontspanningsoefeningen kan je patiënten beter stapsgewijs laten kennen, maar bij voeding kun je mensen wel in een ervaring zetten. Dus ineens twee weken suikervrij eten bijvoorbeeld, of in één keer stoppen met junkfood. Dan ervaren ze wat dat met hen doet. Als dat goed voelt, is de kans dat de verandering duurzaam wordt veel groter.’ Hij voegt eraan toe dat veel patiënten onderliggende emotionele thema’s hebben. ‘Mensen zijn daarbij vaak onbewust in een automatisme terechtgekomen. Bewustwording kan een verandering in gang zetten. En een psycholoog kan helpen met die onderliggende thema’s. Op deze wijze leren patiënten nieuwe vaardigheden om op een andere manier te dealen met stress en emoties. We bieden kortom een alternatief.’

IJsland

Er zijn drie redenen om hier positief over te zijn, stelt Hoenders. ‘Eén: het is aangetoond dat leefstijlinterventies de gezondheid van psychiatrisch patiënten kunnen verbeteren, dit is onder meer te lezen in de proefschriften van Jeroen Deenik1 en Anne Looijmans2. Ten tweede is er het IJslandse model. Daar startte de overheid twintig jaar geleden een grote nationale gezondheidscampagne omdat daar het hoogste percentage jongeren alcohol en drugs gebruikte van heel Europa. Het percentage dronkenschap bij vijftien- en zestienjarigen werd teruggebracht van 42 procent naar 6 procent, het percentage dat dagelijks rookte van 23 procent naar 2 procent en het blowen daalde bij deze groep van 17 procent naar 5 procent. IJsland veranderde van het meest ongezonde land naar een van de gezondste landen van Europa. Een van de succesfactoren was dat veel partijen zich hadden gecommitteerd: zorgverleners, beleidsmakers, onderzoekers, docenten, ouders en politici.
Ten derde zijn er de Blue Zones: de gebieden op aarde waar mensen gezond oud worden. Een belangrijk onderdeel van gezond leven is daar zingeving. Ouderen houden er een moestuintje bij en eten samen. Ze hebben iets te doen. Het kán dus gewoon, gezondheid verbeteren met een leefstijl.’ Pijl is onder indruk van het IJslandse model: ‘Dat wist ik niet, maar wat een bijzonder resultaat!’

Veel artsen weten te weinig

Wat wel anders moet zijn de opleidingen, vinden beiden.
Pijl: ‘Nu is het zo dat in de zevenjarige medische opleiding zo’n veertig uur wordt besteed aan voeding. Terwijl artsen moeten weten wat de impact van voeding en andere aspecten van leefstijl zijn. Uiteraard heeft medicatie nog steeds een rol, want ondanks leefstijlinterventie zullen er altijd mensen zijn met ernstige klachten die we moeten blijven behandelen. Maar dokters moeten leren welke leefstijlen ziek maken en welke gezond en welke mechanismen eraan ten grondslag liggen. Veel artsen hebben te weinig kennis daarover.’
Hoenders vult hem aan: ‘Als je als arts iemand kunt uitleggen dat leefstijl invloed heeft op de neuroplasticiteit van het brein, het microbioom in ons maagdarmstelsel, op de bacteriën die verstoord raken door allerlei zelfzorgmiddelen, medicatie en slechte voeding, dat het te maken heeft met epigenetica en met het aan- en uitzetten van positieve en negatieve genen, dan is dat een overtuigend verhaal. En als je ze dan ook een ervaring aanbiedt, zodat de patiënt ervaart wat een leefstijlverandering doet, dan bereik je echt iets.’


De tien gouden tips van het Lentis Leefstijlproject voor patiënten en medewerkers

  1. Geef begrijpelijke leefstijlinformatie en biedt een 'ervaring' aan tijdens de training (niet alleen informatie)
  2. Hou rekening met stages of change (veranderbereidheid)
  3. Neem een leefstijlanamnese af; bij voorkeur tijdens het dagelijks leven (via de smartphone)
  4. Kies het juiste doel (bepaald door de patiënt en goed haalbaar)
  5. Maak kleine stappen (beweging, ontspanning) of ineens (voeding)
  6. Registreer successen en beloon
  7. Betrek het systeem
  8. Gebruik feedback (activiteitentracker fitbit of een stappenteller)
  9. Houd per stap zes weken vol
  10. Maak het leuk en word geen extremist (80 procent gezond, 20 procent plezier)

Dr. Rogier Hoenders is psychiater, onderzoeker en waarnemend opleider bij ggz-instelling Lentis en voorzitter van het Consortium voor Integrale Zorg en Gezondheid. Hij is oprichter en leidinggevende van het Centrum Integrale Psychiatrie van Lentis in Groningen en gespecialiseerd in leefstijl en de toepassing van vitamines, kruiden en voedingssupplementen bij psychische klachten.

Prof. dr. Hanno Pijl is internist-endocrinoloog op de afdeling Interne Geneeskunde en hoogleraar Diabetologie, in het bijzonder de neuro-endocrine regulatie van diabetes en overgewicht. Tevens is hij lid van het bestuur van het profileringsgebied Veroudering en betrokken bij de stichting Voeding Leeft.