JACOBINE GEEL EN RUTH PEETOOM OVER DE NEDERLANDSE GGZ

‘We kunnen niet vaak genoeg samen met psychiaters optrekken’

  • 8 min.
  • Interview
  • Portret

Jacobine Geel droeg op 1 september haar taak als voorzitter van de Nederlandse ggz over aan Ruth Peetoom. Welke koers vaart de Nederlandse ggz, wat is hun kijk op bestaande problemen in de ggz en hoe zien zij de samenwerking met psychiaters? De Psychiater in gesprek met de huidige en voormalige voorzitter.

De mentale gezondheid en het belang ervan maakte al vroeg in het beroepsleven van Ruth Peetoom indruk: ‘Als predikant ben ik twaalf jaar werkzaam geweest in Groningen en Utrecht en heb ik heel veel te maken gehad met mensen met psychiatrische problemen. Het heeft mij een gevoelige plek voor deze groep opgeleverd, die ik nog altijd heb. Voorzitter van de Nederlandse ggz is precies
de functie waarin veel aspecten die ik belangrijk vind, samenkomen. Ik heb er zin in. Toen ik ging solliciteren ontdekte ik dat de Nederlandse ggz een hele andere organisatie was geworden dan GGZ Nederland voorheen was. Het streven naar een samenwerking met alle andere partijen in het complexe zorgveld staat veel meer centraal. En ik ben een verbinder. Mensen bij elkaar brengen voor iets dat belangrijk en urgent is en kijken hoe we dat samen beter kunnen maken, vind ik het mooiste wat er is.’

Transitie

Jacobine Geel kijkt met veel genoegen terug op acht jaar lang belangen behartigen van de leden van de Nederlandse ggz. Geel: ‘Alles wat ik bereikt heb, was in samenwerking met anderen. Er zijn een aantal bewegingen waaraan ik heb bijgedragen, zoals binnen de vereniging zelf. Toen ik begon, was het een klassieke brancheorganisatie, een beetje statisch en zuurstofarm.
Alle vernieuwing speelde zich eigenlijk meer buiten de organisatie af. Wat ik heb achtergelaten is een vereniging met een totaal andere structuur. Een vereniging die zich verbindt via zogenaamde waardenetwerken, waarin allerlei professionals uit het veld met partners en belanghebbenden inhoudelijk het gesprek aangaan en op thema’s allianties vormen en samenwerken. Daarmee hebben wij meer verbinding gekregen met de ggz-werkvloer en zijn wij ons meer gaan richten op samenwerken en kennisdelen. In de netwerken staat de inhoud van zorg meer centraal. Als vereniging zitten we weliswaar nog volop in de overgangsfase, maar deze transitie is belangrijk voor het agenderen van belangenbehartiging, nu en in de toekomst. Deze herstructurering ging gelijk op met de golfbeweging in de buitenwereld. Namelijk de zorg die zich in toenemende mate gaat concentreren rondom het individu en diens eigen werkelijkheid. Toen ik als voorzitter aangesteld werd, was er net in het vierjarige Bestuurlijk Akkoord toekomst GGZ afgesproken een nieuwe ambulantiseringsslag te maken. Daarin gaat het niet alleen om bedden afbouwen; het gaat vooral om andere zorg ópbouwen. Ook werd de patiënt centraal gesteld. Liever nog stel ik de mens centraal. Het is een onomkeerbare beweging die in gang is gezet. Daarbij is de preventiediscussie meer in beeld gekomen en doordacht geraakt. Maar wat wij ook zien, is dat mensen die aankloppen voor zorg eigenlijk niet zo goed geholpen kunnen worden zonder aanpalende hulpstructuren uit de publieke gezondheid, zoals huisvesting, financiën en persoonlijke doelen. Het belang van dat veel bredere maatschappelijke spectrum is meer in beeld gekomen, die stroming is dominant geworden. Los van de kinderziektes en ook het feit dat deze koers nog onvoldoende door financieel beleid wordt ondersteund. Het is een duidelijke ontwikkeling in vergelijking met acht jaar terug.’

Hoe heeft u de samenwerking met de NVvP ervaren?

Geel: ‘Wisselend, want besturen is ook mensenwerk. Daarbij moeten wij niet vergeten dat de leden van onze beider verenigingen een andere positie in de discussie innemen. Het perspectief en belang van een bestuurder van een grote zorgaanbieder is wezenlijk anders dan van een psychiater met vakinhoudelijke verantwoordelijkheid. Het heeft weleens geschuurd, maar het heeft ons zeker ook versterkt. Rondom de Wet verplichte ggz zijn we samen opgetrokken om bij VWS een aanpassing af te dwingen, toen de wet de uitvoeringspraktijk volgens ons beider visie dreigde te ondermijnen, en met succes. Er is discussie geweest over onder meer het hoofdbehandelaarschap en meer recent over of er nu te weinig psychiaters zijn of niet. Wij als brancheorganisatie gaan niet over wat psychiaters geacht worden te doen, maar als er veel psychiaters zijn die geen nacht- of weekenddiensten willen draaien, dan dreigt voor de ggz-instelling wel een probleem met de continuïteit en kwaliteit van zorg.’

Zou dit dan niet binnen de beroepsvereniging zelf moeten worden opgelost, bijvoorbeeld door alle psychiaters ook crisisdiensten te laten doen en acute zorg aan de herregistratie van psychiaters te verbinden?

Geel: ‘Er ontstaat voor ons een probleem als grote instellingen een mix van specialistische en meer generalistische zorg willen blijven aanbieden en dit niet meer mogelijk is door een capaciteitsprobleem. Dus bijvoorbeeld wanneer meer behoefte is aan bepaalde specialistische zorg, maar er onvoldoende specialisten op dat vlak beschikbaar zijn. We zijn daarover al geruime tijd in gesprek met de NVvP en ook de politiek bemoeit zich er ermee. De verantwoordelijkheid voor het garanderen van continuïteit en kwaliteit van zorg delen we met elkaar.’

Wat is de afgelopen jaren blijven liggen en draagt u over?

Geel: ‘Meer ruimte geven aan de professional, zodat zij onze branche niet verlaten. Verkeerde prikkels, zoals administratieve last en te weinig invloed op het zorgbeleid in de eigen instelling, moeten er echt nog uit. In de vorige cao is daarom opgenomen dat er medische staven moeten komen.’

Wat zijn de ambities voor de toekomst: waar gaat de nieuwe voorzitter mee aan de slag?

Peetoom besefte tijdens haar eerste week opnieuw hoe ontzettende complex de ggz is: ‘Alle goede bedoelingen ten spijt, al die regels en verantwoording vragen veel tijd, ten koste van zorg die geleverd moet worden aan mensen die het nodig hebben. Mijn adagium is zoals de quote van Loesje: Streef onbekommert naar het ideale. Dus ik zal toch proberen daar verbetering in aan te brengen. Ook al lijkt het onmogelijk. Toevallig ken ik veel organisaties uit een vorig beroepsleven. Dat maakt het zoeken naar samenwerkingen heel natuurlijk. Ik kom nu met een andere vraag dan Jacobine, namelijk: hoe binnen de geestelijke gezondheidszorg de best mogelijk zorg kan worden geboden, en op tijd. Maar ook die andere zaken die nodig zijn voor bijvoorbeeld herstel moeten we beter organiseren. Alsook manieren om een mensenleven te ondersteunen. In de brede zin.’

Nu lijkt er een probleem te ontstaan in het vinden van professionals voor de acute zorg. Hoe denkt de nieuwe voorzitter dit op te lossen?

Peetoom: ‘Door terug te gaan naar de oorsprong. Psychiaters zijn ooit aan het vak begonnen om patiënten in mentale nood te helpen. Dat vraagt om waardering, in zowel materiële als immateriële zin. Bijvoorbeeld dat professionaliteit de ruimte krijgt en expertise daadwerkelijk wordt benut, in het bijzonder voor de patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen. Dat vraagt ook een adequate beloning en de mogelijkheid om met collega’s samen te kunnen nadenken over behandelen. Er is een gemeenschappelijk gevoel van urgentie en verantwoordelijkheid en ook dat mag meer benadrukt worden. Dat mag heel idealistisch klinken, maar in deze zorg is dat nodig omdat het werk veel van professionals vraagt.’

Hoezeer de meeste psychiaters zich waarschijnlijk kunnen vinden in het gedachtegoed, het nieuwe zorgprestatiemodel en het kwaliteitsstatuut lijken opnieuw tot meer administratieve last te leiden. Wat gaat u hieraan doen?

Peetoom: ‘Ik ben op een rijdende trein gesprongen. Het zorgprestatiemodel is ingesteld, omdat de huidige vorm van financieren nadelen heeft en juist die willen we ondervangen met het nieuwe bekostigingsmodel. Eén van de doelen is de administratieve last verlagen. Het gevaar is dat het vorige model gaat stapelen met het zorgprestatiemodel en leidt tot nog meer lasten. Wij hebben zorgen of de beoogde doelen wel worden bereikt met een nieuwe vorm van bekostiging. Dat is voor ons een belangrijk ijkpunt bij het beoordelen van pilots en simulatiemodellen.’

De eerste simulaties lijken ongunstig voor de patiënten met een ernstige psychiatrische aandoening. Hoe gaat dit verder?

Peetoom: ‘Voor een gedegen conclusie is het op dit moment nog te vroeg.’

Hoe moet het nu verder met de jeugd-ggz? Wat zijn uw ideeën?

Peetoom: ‘De hele decentralisatie is vastgelopen. De gespecialiseerde jeugdzorg moet in elk geval op een ander niveau worden georganiseerd, bovenregionaal en misschien zelfs wel landelijk. Nu zien we dat de jongeren die specialistische zorg nodig hebben het vaak niet of niet op tijd krijgen en dat is niet goed.’

Hoe ziet u de samenwerking met psychiaters?

Peetoom: ‘De belangen zijn soms verschillend en dat is niet erg. Maar als wij handelen vanuit de gedeelde opgave, namelijk het streven naar een goed functionerende ggz, zo niet naar de allerbeste, dan kunnen wij niet vaak genoeg met psychiaters optrekken. We moeten naar een wereld waarin we accepteren dat mensen verschillend functioneren, ook mentaal. Er moet plek zijn voor iedereen in de maatschappij.’ Geel, die zich nog sterk met de brancheorganisatie verbonden voelt getuige de wij-vorm waarin zij gedurende het interview spreekt, vult aan: ‘Het is belangrijk dat wij elkaar ook kunnen vinden in het streven naar volwaardig burgerschap, het bestrijden van stigma en het creëren van landingsplaatsen in de samenleving. Dat wij op al die vlakken nog wat meer samen één geluid laten horen.'


Een waardenetwerk is een multidisciplinair netwerk van professionals, cliënten, wetenschappers, managers en bestuurders die rond een thema in de ggz kennis delen en samenwerking en innovatie stimuleren.


Ruth Peetoom is theoloog en bestuurder. Van 2011 tot 2019 was zij partijvoorzitter van het CDA. Sinds 1 september is zij de nieuwe voorzitter van de Nederlandse ggz.


Jacobine Geel is theoloog, televisiepresentatrice en columniste. Tot 1 september was zij gedurende twee termijnen voorzitter van de Nederlandse ggz. Sinds 1 september is zij voorzitter van het College voor de Rechten van de Mens.