PSYCHIATRIE IN SURINAME

‘De ggz wordt hier stiefmoederlijk behandeld’

  • 3 min.
  • Buitenland

In Suriname is één psychiatrisch ziekenhuis. Daar krijgt een brede groep patiënten zorg. In de rest van het land moeten de algemene artsen en de huisartsen ook psychische zorg kunnen verlenen. Psychiater Vincent Lumsden: ‘De afstand tot ons centrum is vaak te groot om mensen hiernaartoe te kunnen sturen.'

Foto (kleur) vissersboten Suriname

Het Psychiatrisch Centrum Suriname (PCS) in Suriname – een land met ruim 600.000 inwoners – heeft twee afdelingen voor acute opnames: een voor mannen en een voor vrouwen. Daarnaast is er een detoxafdeling. Elke afdeling heeft een capaciteit van twintig bedden. Het deel waar chronische patiënten zorg krijgen is veel groter: daar verblijven circa 160 patiënten voor langere tijd. Vincent Lumsden is psychiater bij PCS: ‘Dat zijn “blijfpatiënten” geworden. Er zijn in Suriname simpelweg te weinig mogelijkheden voor beschermd en begeleid wonen. Eigenlijk wil je als psychiater niet dat mensen permanent in een psychiatrische instelling verblijven; het liefst wil je dat ze in de samenleving functioneren. Een aantal niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) heeft gelukkig ook opvangmogelijkheden gecreëerd buiten het PCS die zich richten op mensen met weinig restcapaciteit of een verslaving. Ook daar verblijven mensen voor langere tijd. Er is daar geen sprake van tekst: Mariëtte Baks, wetenschapsjournalist een geprotocolleerde behandeling, maar er zijn wel lijnen met ons.’ Buiten dit soort huizen en het PCS wordt psychische zorg ook geboden door particuliere artsen en psychologen. Lumsden: ‘De mildere vormen van bijvoorbeeld angsten en depressieve stoornissen proberen we in Suriname zoveel mogelijk in de eerste lijn te behandelen. De complexere patiënten worden als het even kan naar ons centrum gestuurd.’

Stigmatisering

Lumsden vindt zijn werk als psychiater in Suriname boeiend omdat er zoveel te doen is en hij min of meer gedwongen wordt breed bezig te zijn. ‘Je kunt je hier als psychiater niet toeleggen op een specifiek aandachtsgebied, daarvoor zijn we met te weinig. Je behandelt hier iedereen: jong en oud met een diverse problematiek. Daardoor verveelt het echt nooit.’ Uiteraard loopt hij wel tegen een aantal zaken aan die hij graag anders zou zien. Zo kampt ook het PCS met een personeelstekort. Volgens Lumsden draagt de stigmatisering, die in Suriname heel groot is, hieraan bij: ‘Stigmatisering speelt niet alleen een rol bij het zoeken van hulp door mensen die hulp nodig hebben, maar maakt ook de drempel om in de ggz te gaan werken hoger. Stigmatisering is ook van invloed bij het vergaren van fondsen. Wij krijgen een stiefmoederlijke behandeling als er gelden verdeeld worden. Daarom probeer ik keer op keer het belang van goede psychische zorg op de agenda te krijgen bij mensen die daarover gaan. Ik wil dat ze meer geld voor ons vrij maken.’ Hij lacht: ‘Dat zou toch een kéér moeten loskomen!’

Lumsden: ‘Angst, depressies en middelenmisbruik komen veel voor

Samenwerking eerste lijn

Wat hij dan zou doen met dat geld weet hij al: de bestaande zorg beter organiseren. ‘We kunnen efficiënter werken, bijvoorbeeld door de samenwerking met de eerste lijn te verbeteren. We willen de eerste lijn trainingen aanbieden om ervoor te zorgen dat ze preventiever kunnen werken en meer eenvoudige interventies zelf kunnen verrichten. Als je kijkt naar de cijfers, staan angst, depressies en middelenmisbruik hoog op de lijst. Met preventie op die terreinen is winst te behalen. Ik wil programma’s aanbieden waarmee we de weerbaarheid van mensen kunnen vergroten. Met zulke tools kun je de ggz hier naar een hoger niveau tillen. De plannen zijn er al. We stonden op het punt ermee te starten toen de coronacrisis begon. En nu is er dus een financieel probleem. Maar we hebben ons plan weer aan de beleidsmakers gepresenteerd, dus ik hoop dat we er snel mee kunnen starten.’

Communicatie in moedertaal

Naast organisatorische en praktische verschillen tussen Nederland en Suriname op het gebied van psychische zorg, speelt ook de manier waarop mensen zich uiten een rol. De meeste Surinamers praten weliswaar Nederlands, maar communiceren in hun moedertaal. En daarin worden klachten anders benoemd. Lumsden: ‘Hoe zeggen ze dat ze geen energie hebben? Dat gebeurt anders dan in de Nederlandse taal. Nederlandse hulpverleners die in Suriname ervaring komen opdoen, leren hoe ze daarmee kunnen omgaan als ze weer in Nederland zijn en mensen met Surinaamse roots behandelen. Andersom – wij zijn bijna allemaal deels opgeleid in Nederland – hebben wij gezien hoe de zorg in Nederland georganiseerd is. Hoe zorglijnen met elkaar verbonden zijn, is dan weer leerzaam voor ons. Daarmee kunnen we hier iets doen.'