Systeemfout: te lage omzetplafonds
Manon Kleijweg, ouderenpsychiater en lid van actiegroep Red de GGZ
Zorgverzekeraars houden jaarlijks tien procent, zo’n 300 tot 400 miljoen euro, over van het budget dat door het ministerie van VWS is toegewezen aan de ggz, stelt Manon Kleijweg. ‘Dat is geen nieuw probleem. Oud-minister Edith Schippers deed in 2017 al een appèl op de zorgverzekeraars om dat geld uit te geven en in de wachtlijsten te stoppen. Als ze dat zouden doen, dan kunnen we de wachtlijsten nagenoeg oplossen. Alleen gaven de zorgverzekeraars tot nu toe geen gehoor aan deze oproep.’ De oorzaak ligt volgens Kleijweg in een systeemfout in de ggz-bekostiging. Dat verergert volgens haar het probleem van de wachtlijsten. ‘Met de introductie van de gereguleerde marktwerking stelde VWS het zogeheten Zorgverzekeringsfonds in. Dit fonds compenseert zorgverzekeraars met jaarlijks tientallen miljarden, om te voorkomen dat zorgverzekeraars patiënten met een hoog risico op zorgkosten, zoals ouderen en mensen uit achterstandswijken, niet aannemen als premiebetaler.’ Dat vereveningssysteem werkt niet goed voor patiënten met een ernstige psychiatrische aandoening, de EPA-patiënten, constateert Kleijweg. Ze verwijst daarvoor naar recent onderzoek van onderzoeker Arnold van der Lee en prof. dr. Aartjan Beekman, hoogleraar Psychiatrie in Amsterdam UMC. ‘Daaruit blijkt dat zorgverzekeraars onvoldoende worden gecompenseerd voor deze groep patiënten. Ze wentelen dat risico vervolgens af op ggz-instellingen door hun te lage omzetplafonds op te leggen. Ggz-instellingen durven daardoor geen al te complexe patiënten aan te nemen. Dit blokkeert de toegang voor psychiatrische behandeling voor een alsmaar groeiende groep, met name de mensen die het ernstigst lijden. Het onderzoek van Van der Lee laat zien dat VWS het vereveningsmodel ook voor de EPA-patiënten goed kan laten werken. Laten we daarop als NVvP aandringen.’
Ook behandelaars en patiënten zelf kunnen meer doen om de toegankelijkheid van zorg te verbeteren voor EPA-patiënten, vervolgt Kleijweg. Bijvoorbeeld door meer gebruik te maken van de wettelijke mogelijkheden van medische staven, ondernemingsraden en cliëntenraden. ‘Ze kunnen daarmee meer invloed uitoefenen op de besluitvorming van raden van bestuur van ggz-instellingen dan nu gebeurt. Bijvoorbeeld door te adviseren geen afdelingen te sluiten die bedoeld zijn voor complexe patiënten. Terwijl ondertussen wél geld en mankracht wordt vrijgespeeld voor licht aanbod, zoals mentale gezondheidscentra. Doel van onze actiegroep is ook: zorgverleners en patiënten meer empoweren. Het wordt tijd dat we van ons laten horen.’