Aan Meijer allereerst de vraag wat hem heeft bewogen deze aspecten van de BPD te onderzoeken. 'Ik ben me met deze problematiek gaan bezighouden toen ik een aantal jaren geleden op een gesloten afdeling voor adolescenten werkte. Op dat moment betekende het begrip borderline nog weinig voor me. Pas toen ik een tijdje met deze slecht functionerende adolescenten werkte, werd ik eigenlijk bij toeval een keer met de diagnose borderline geconfronteerd, en constateerde toen dat we heel wat van deze bordeline adolescenten in huis hadden, maar die vaak niet als zodanig waren gediagnostiseerd. Hoe dan ook, mijn belangstelling voor deze vorm van psychopathologie was gewekt. Ik ben het ook een zeer waardevolle diagnose gaan vinden. Als je van een adolescent weet dat het een borderlinepatiënt is, dan weet je tevens waarop je moet letten. Waardoor je in elk geval een aantal valkuilen kunt vermijden.'
&ellipsis;DR. MARTIJN MEIJER OVER BORDERLINE ADOLESCENTEN
'Medicatie is niet wenselijk'
'Bij borderline adolescenten kunnen alarmerende symptomen als automutilatie en derealisatie verdwijnen, zonder dat er verandering komt in de (slechte) kwaliteit van de objectrelaties van deze adolescenten,' luidt één van de stellingen uit het proefschrift van de psychiater dr. M. Meijer. Het proefschrift is de weerslag van een onderzoek naar kwalitatieve en kwantitatieve verschillen dan wel overeenkomsten tussen borderline adolescenten en -volwassenen. Die verschillen blijken nauwelijks aanwijsbaar. Meijer pleit er dan ook voor de opdeling van het omvangrijke borderline-gebied in de borderline persoonlijkheidsstoornis en de schizotypische persoonlijkheidsstoornis ook bij adolescenten te handhaven.
Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen
Heeft u al een account?