Uitspraak Centraal Medisch Tuchtcollege

  • 10 min.
  • Maatschappij

Het Centraal Medisch Tuchtcollege heeft het navolgende overwogen en beslist op het door A., zenuwarts/appellant wonende te B., ingestelde hoger beroep van de beslissing van het Medisch Tuchtcollege te' s-Gravenhage van 19 januari 1994. Daarbij is op de klacht van C., aanvankelijk klager, wonende te D. aan appellant de maatregel van waarschuwing opgelegd.

1 De procedure
Het Centraal Medisch Tuchtcollege heeft kennis genomen van de stukken van eerste aanleg, van de beslissing waarvan beroep, van het op 31 maart 1994 ingekomen beroepschrift met de op 19 mei 1994 ingekomen aanvulling daarop, en van het op 20 juni 1994 ingekomen verweerschrift in hoger beroep.

2 De zaak is in hoger beroep behandeld ter terechtzitting van het Centraal Medisch Tuchtcollege van 2 maart 1995, alwaar zijn verschenen en gehoord appellant (verder te noemen: de arts) en de oorspronkelijk klager (verder te noemen: klager), bijgestaan door mr. E. advocaat te F.

3 Het beroep is tijdig ingesteld.

4 De vaststaande feiten
Voor de beoordeling van het hoger beroep gaat het Centraal College uit van de volgende feiten en omstandigheden die in hoger beroep door partijen niet zijn bestreden. &ellipsis;

Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen

Account aanmaken

Heeft u al een account?