Psychiatrie in de oudheid

Natuurlijk zijn er altijd psychiatrische patiënten geweest, maar het denken erover en het omgaan ermee is heel verschillend geweest.
Een aanwijzing dat men al lang geleden te maken had met geesteszieken zijn de maenaden (razenden) uit de Griekse mythologie. Deze vrouwen vergezelden de god Dionysos op zijn tochten.
Hippocrates (460-377 v.Chr.), de vader van de geneeskunde, verving de magisch-religieuze benadering van het fenomeen ziek-zijn door een naturalistische. Hij was de eerste die over geestesziekte schreef als ziekte van het zenuwstelsel.
Hippocrates sprak van vier temperamenten, samenhangend met de menging van vier lichaamssappen: bloed, slijm, zwarte en gele gal. Hij schreef het ontstaan van depressies (melancholie), een van de vier vormen van krankzinnigheid, toe aan humorale factoren, namelijk een teveel aan zwarte gal (zwartgalligheid). &ellipsis;