Hulpverlening tijdens nacht en weekend moet serieus worden genomen

Functioneren van de achterwacht kan beter

  • 6 min.
  • Beroepsuitoefening
  • Praktijk

In de geestelijke gezondheidszorg is het functioneren van de achterwacht over het algemeen niet al te degelijk geregeld. Dat is de mening van J. Lucieer, waarnemend hoofdinspecteur voor de GGZ, gehandicaptenzorg, ouderenzorg en thuiszorg bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. 'Vrijwel geen enkele instelling heeft vastgelegd wanneer de achterwacht moet worden gebeld, wanneer hij in huis moet zijn en hoe de overdracht is geregeld. Het lijkt haast alsof de hulpverlening gedurende de nacht- en weekenddiensten niet serieus wordt genomen.'

Tijdens een discussie na een lezing over arts-assistenten en het tuchtrecht bij het voorjaarssymposium van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie viel het Jacques Lucieer op dat veel artsassistenten voorbeelden konden aandragen van slecht functioneren van de achterwacht. Hoewel hij zich niet baseert op getallen uit specifiek onderzoek naar het functioneren van de achterwacht, besloot Lucieer aan de bel te trekken. Ook omdat hij meer aanwijzingen heeft om zich zorgen te maken: 'Tijdens inspectiebezoeken besteden we aandacht aan de organisatie van de achterwacht. Daarbij zijn eveneens allerlei tekortkomingen aan het licht gekomen.' &ellipsis;

Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen

Account aanmaken

Heeft u al een account?