‘Uit opsluiten haal je toch geen enkel werkplezier?’

  • 4 min.
  • Portret

Bij haar eerste aanstelling als psychiater kreeg Esmée Arredondo de opdracht het aantal separaties te verlagen. Dat lukte. Sterker, haar afdeling is sinds een half jaar separeervrij.

Op 21 maart dit jaar was er een feestje op de HIC-afdeling in Hoorn, onderdeel van GGZ Noord-Holland-Noord. Op die eerste lentedag werd de laatste separeerdeur naar de kelder gebracht en was de afdeling separeervrij. Het voorstel om ook die deur te verwijderen, kwam van de verpleegkundigen zelf. ‘We dachten dat ze een grap maakten’, zegt Esmée Arredondo. ‘Je moet weten: dit waren dezelfde verpleegkundigen die voorheen, als de spanning bij een patiënt was opgelopen, nog riepen: “Esmée, we lopen nú naar de separeer”.’ Die veranderde mindset was er niet zomaar. ‘De directie kan roepen: “jullie moeten dwang en drang terugdringen.” Maar als team denk je dan: kom een dagje meelopen, dan zie je hoe spannend het kan zijn.’ Juist de reuring van werken in een gesloten kliniek is iets wat Arredondo altijd al aantrok, net als werken in een hecht team. Een team dat ze voor haar missie wist te winnen, gesteund door een bestuur dat haar het vertrouwen en de vrijheid gaf het op haar manier te doen.

Gastvrije zorg

Die manier bestond in de eerste plaats uit luisteren. ‘Vooral naar wat niet hardop wordt gezegd. Wat is de achterliggende emotie van een verzoek om separatie? Dat kan een gevoel van onveiligheid zijn. Of te hoge werkdruk. Beleid dat niet goed omschreven is of niet consequent wordt uitgevoerd. Je moet helder krijgen waarom een team appel op je doet. Van mij als psychiater wordt telkens een andere rol verwacht. Soms ben ik beleidsmaker, dan behandelaar, dan teamcoach. En soms moet ik een beetje moeder zijn. Pas als dat helder is, kunnen we bepalen welke interventie nodig is om de rust te laten terugkeren. Vaak is het ook: er gewoon zíjn. Die zeldzame keren dat er nog wel werd gesepareerd, waren de teamleider en ik niet aanwezig.’ Het tweetal – ‘je hebt een maatje nodig om zo’n proces te doorlopen’ – voerde een aantal maatregelen in. Zo werd de separeervrijmissie tot een project gemaakt, met verpleegkundigen als aandachtsfunctionarissen. Er werd veel tijd ingeruimd voor teamoverleg. Er werd een ‘eerste-vijfminutenregel’ ingevoerd (zie kader onderaan). Faseprogramma’s werden daarentegen juist afgeschaft. Daarnaast werd de kliniek verbouwd, met meer overzicht en daglicht tot gevolg. En het hele team volgde een cursus gastvrije zorg. ‘Het zit hem in de kleine dingen: jezelf voorstellen, iets te drinken aanbieden.’ Maatregelen die één gemene deler kenden: het bevorderen van contact, met patiënten en tussen collega’s.

Veiligheid

Dat alles ging niet zonder slag of stoot, verzekert Arredondo. Het vergde – naast zorgopschaling, inzet van ambulant behandelaren en van naasten – ook veel inzet van haar en de teamleider. ‘Toch nog een poging doen contact te krijgen, door iemand te de-separeren waar de verpleegkundige dat niet zag zitten. Door steeds opnieuw situaties en handelen voor- en na te bespreken, door van a tot z het beleid rond een patiënt uit te schrijven.’ Sommige dingen werkten juist niet: de inzet van Fysieke Zorg Begeleiding werd stopgezet nadat duidelijk werd dat die ertoe leidde dat medewerkers minder durfden te vertrouwen op hun eigen kunde. Een heel andere angst, namelijk die van andere locaties binnen hun instelling die vreesden dat zij straks werden belast met de complexe patiënten uit Hoorn, bleek ongegrond. ‘Die sentimenten leefden sterk. We hebben vanaf het begin heel duidelijk gesteld: jongens, het zijn ónze patiënten. Wij gaan onze eigen broek ophouden. Dat lukt ons tot nu toe aardig.’
Daar waar haar team vroeger een gevoel van veiligheid ontleende aan alleen al de gedachte dat je in het uiterste geval kunt separeren, moet het nu op zoek naar andere dingen die een gevoel van veiligheid geven, zegt Arredondo. ‘Er blijft werk aan de winkel. Maar het is een werkwijze die zoveel meer voldoening geeft. Uit opsluiten haal je toch geen enkel werkplezier?’ 


De ‘eerste-vijfminutenregel’

Arredondo: ‘Ook die regel draait om contact maken. Als politieagenten binnenkomen met een verwarde patiënt in handboeien, vraagt het team hen die af te doen. Maar hij viel ons net nog aan, krijg je dan vaak te horen. Doe toch maar af, zeggen wij dan. Vervolgens bieden we een kopje koffie aan en maken we contact. Als het een bekende is, is het: “Hé, ben je daar weer? Wat is er aan de hand vandaag?” Zo’n ouwe-jongens-krentenbrood-aanpak werkt vaak goed.’


Hoe behoudt u het werkplezier in deze tijden van werk- en regeldruk? Welke initiatieven neemt u daartoe en waar bent u in uw werk het meest trots op? Dat willen we laten zien in een serie portretten van enthousiaste psychiaters uit alle hoeken van het werkveld. Wilt u ook meedoen, reageren, inspireren? Mail dan naar redactie@depsychiater.nl.