F-ACT: SUCCESFORMULE BLIJFT INNOVEREN

‘Je kunt het niet alleen oplossen in het hoofd van de patiënt’

  • 7 min.
  • Beroepsuitoefening

Het ggz-aanbod voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA) is vrijwel overal georganiseerd in multidisciplinaire teams die werken volgens de beginselen van F-ACT, Flexible Assertive Community Treatment. Een gesprek met vier betrokken hulpverleners, onder wie een ervaringsdeskundige, laat zien dat F-ACT springlevend is en drukdoende zichzelf te innoveren, onder meer met resourcegroepen en terugdringing van dwang.

F-ACT werd in het eerste decennium van deze eeuw breed geïntroduceerd in Nederland. Er waren voorlopers, zoals in Maastricht, vertelt psychiater Marcel Hilwig: ‘Toen ik in 1999 hier bij Mondriaan kwam te werken, kregen we subsidie voor transmurale zorgprogramma’s. In die tijd stond de problematiek van jongere patiënten met psychotische stoornissen centraal. We zijn toen als eersten de zorg voor met name psychotische patiënten gaan organiseren in ACT-teams. Inmiddels zijn er ook F-ACT-teams voor jeugd en F-ACT-gezinsteams en is er forensische F-ACT.’
De multidisciplinaire aanpak, waarbij ook ervaringsdeskundigheid betrokken wordt, staat centraal in de succesformule van F-ACT. De rol van ervaringsdeskundigheid en de aandacht voor herstel zijn in de afgelopen jaren verder toegenomen. John Jongejan, als ervaringsdeskundige lid van het F-ACT-team in Breda: ‘Cliënten vertellen mij alles, ook de dingen die ze niet aan een hulpverlener vertellen.’
Het enthousiasme was van begin af aan groot en het succes van de organisatievorm draagt bij aan de motivatie van professionals. Prof. dr. Philippe Delespaul, psycholoog en hoogleraar Innovatie in de ggz in Maastricht: ‘Werken in een F-ACT-team is maatwerk, vanuit begrip van wat er nodig is om tot verandering te komen.’

Sociaal domein

Kenmerkend voor de mensen die bij een F-ACT-team in zorg zijn, is hun complexe problematiek. Door hun psychiatrische aandoening en/of verslaving ontstaan maatschappelijke problemen – zoals schulden, relatieproblemen en verlies van woning – die de psychiatrische problemen weer versterken. Delespaul: ‘Bij EPA is het niet voldoende om die cirkel op één punt te doorbreken. Je kunt het niet alleen oplossen in het hoofd van de patiënt, je moet ook de omgeving betrekken, en omgekeerd.’
Waar tot voor kort de nadruk lag op ondersteuning vanuit de ggz, ook bijvoorbeeld bij de aanpak van eenzaamheid, is de laatste jaren het besef gegroeid dat het belangrijk is om zo veel mogelijk gebruik te maken van het eigen netwerk van de patiënt en bestaande maatschappelijke hulpbronnen. Dat is niet alleen beter vanwege de kosten van de zorg, maar maakt het ook gemakkelijker om de ggz geleidelijk af te bouwen en te voorkomen dat mensen afhankelijk worden van zorg.

Resourcegroepen

De omgeving en de autonomie van de cliënt staan centraal in de zogeheten resourcegroepen. Jongejan: ‘In die groepen worden vrienden en familie actief betrokken. Het idee is ontstaan in Scandinavië, waar de afstanden veel groter zijn. Maar het werkt hier ook heel goed om iemands context te betrekken bij de zorg. Een resourcegroep kan steunend zijn, ook als het minder gaat. Binnen de resourcegroep worden taken verdeeld: professionals zoals de casemanager of de psychiater hebben behandel- of zorgtaken en andere leden van de groep kunnen helpen bij zaken als financiën of weer beter gaan eten.’ In de resourcegroep staat de patiënt centraal met behulp van een regieondersteuner uit het F-ACT-team of het sociale domein’, zegt de Rotterdamse psychiater en hoogleraar Niels Mulder. ‘De patiënt bepaalt wie er uitgenodigd wordt. Iedereen is erbij als afspraken worden gemaakt, bijvoorbeeld over doelen en behandeling. Het opzetten van een resourcegroep is niet altijd makkelijk, maar we weten dat ze veel kunnen opleveren: meer autonomie en regie voor de patiënt en mogelijk ook minder crises en opnames.’
Het werken met resourcegroepen en het inschakelen van het sociale domein vraagt volgens Delespaul enige bescheidenheid van de professionals. ‘We kunnen soms de neiging hebben om bepaalde taken te mystificeren en daarmee ons eigen territorium te bepalen. Instrumenten als EMDR of medicatie hebben hun waarde, maar het gaat om een integrale benadering, om die mens in zijn omgeving. Zo kunnen we voorkomen dat de psychopathologie 100 procent iemands identiteit bepaalt en dat mensen afhankelijk worden van zorg.’

Netwerkpsychiatrie

Flexibiliteit zit niet voor niets in de naam van F-ACT. De situatie van cliënten kan immers snel veranderen en daarmee ook de zorgbehoefte. Deze flexibiliteit wordt soms bedreigd door overbelasting van het systeem. Mulder signaleert een trend waarbij de poliklinieken cliënten te gemakkelijk doorverwijzen naar F-ACT, terwijl de F-ACT-teams onvoldoende mensen en middelen hebben voor de ACT. Daardoor belandt dan weer een groeiende groep mensen op straat, zodat de gemeentelijke teams voor openbare ggz overuren moeten draaien. ‘Het is als een waterbed. Wat we in het ene compartiment laten liggen, komt in een ander compartiment weer boven, soms tegen hogere kosten. Het is belangrijk dat we die beweging omkeren.’
Samen met anderen publiceerde Mulder recent een boek over netwerkpsychiatrie. Een van de van de onderwerpen daarin is preventie. ‘Als je de geschiedenis van een EPA-patiënt bekijkt, dan zijn er vaak momenten waarop het nog mogelijk was geweest om te voorkomen dat de problematiek zo complex werd’, aldus Mulder. Hilwig: ‘Vroegdetectie is daarbij een sleutelwoord. Met de Comprehensive Assessment of At Risk Mental States, kortweg CAARMS, kun je mensen met een hoog risico op psychose detecteren. Op diverse plaatsen in het land zijn ook vroege interventie psychose of VIP teams actief. Wij werken hier in Maastricht nauw samen met huisartsen, om als het even kan te voorkomen dat iemand bij de ggz in zorg komt. We werken ook aan een model van herstelondersteunende intake, waarbij iemand allereerst een gesprek heeft met een ervaringsdeskundige en zelf actie onderneemt.’

Sociaal rendement

Preventie van drang en dwang staat ook hoog op de verlanglijst van F-ACT Nederland. Uit de cijfers blijkt dat het aantal gedwongen opnames toeneemt. De inzet is om deze trend te keren. Jongejan: ‘Het gaat bijvoorbeeld ook om medicatie. Een depotpreparaat onder dwang toedienen, daar zit vaak een enorme emotionele lading op. Een gedwongen opname is natuurlijk helemaal heftig. Dan zie je ook mensen die afhaken, die geen zorg meer willen. Dat wil je voorkomen.’
De problematiek van EPA zal nooit helemaal te voorkomen zijn. Hoewel de gemiddelde tijd dat iemand in zorg is bij een F-ACT-team rond de drie jaar bedraagt, zijn er mensen die telkens weer in de problemen komen. Voor de zorgverzekeraar zijn dit dus relatief dure klanten. Pogingen om door uitkomstregistraties grip te krijgen op F-ACT-zorg leveren ergernis op bij de zorgverleners. Mulder: ‘Er is zeker nog wel winst te boeken door preventie, door de kwaliteit van zorg te verbeteren en door patiënten met wat minder complexe problematiek niet te snel naar F-ACT door te verwijzen en ervoor te zorgen dat deze groep de juiste behandeling, zorg en ondersteuning krijgt. Juist ook voordat F-ACT aan de orde is. Maar we moeten ook beseffen dat de sociale return on investment van deze zorg enorm is. Zonder F-ACT zouden er veel meer mensen op straat belanden.’
Volgens Delespaul is het vooral zaak om de verkokering in de zorg voor EPA te doorbreken: ‘De uitdaging voor de politiek is om de Zorgverzekeringswet te veranderen in een Gezondheidsverzekeringswet. Dan krijgen we automatisch de ruimte om hybride vormen van zorg te ontwikkelen, waarin maatschappelijke en medische zorg elkaar versterken. En kunnen we zorg bieden die er echt toe doet.’


Meer informatie over resourcegroepen is te vinden via www.resourcegroepen.nl. Aan de hand van praktijkervaringen van de afgelopen jaren in Nederland met de methodiek verschijnt tijdens het onlinecongres Resourcegroepen; samenwerken binnen lerende netwerken van 25 maart 2021 bij uitgeverij Boom/de Tijdstroom een upgrade van het Praktijkboek Resourcegroepen uit 2017. Meer informatie over het RACT Congres 2021 via www.greenmentalhealth.nl.


F-ACT is vooral een practise based model. Er is een aantal studies gedaan die erop lijken te wijzen dat F-ACT leidt tot minder symptomen en betere kwaliteit van leven, en minder opnames en crisiscontacten.


Portretfoto (kleur) John Jongejan

John Jongejan werkt sinds 2009 als ervaringsdeskundige bij een F-ACT-team van GGz Breburg en voltooide recentelijk de HBO-opleiding tot sociaal pedagogisch hulpverlener. Als dichter geeft hij woorden aan zijn ervaringen.


Portretfoto (kleur) Niels Mulder

Prof. dr. Niels Mulder is psychiater bij Parnassia Groep en sinds 2007 hoogleraar Openbare GGZ aan het Erasmus Medisch Centrum. Hij is o.a. lid van de adviesraad van het Centrum voor Certificering van ACT en F-ACT (CCAF) en bestuurslid van F-ACT Nederland. Hij publiceert regelmatig over F-ACT en ernstige psychiatrische aandoeningen.


Portretfoto (kleur) Marcel Hilwig

Dr. Marcel Hilwig is al 21 jaar psychiater bij Mondriaan, waar hij sinds 2013 samen met een collega in een duobaan tien F-ACT-teams aanstuurt als manager. Hij is tevens bestuurslid van F-ACT Nederland.


Portretfoto (kleur) Philippe Delespaul

Prof. dr. Philippe Delespaul is klinisch psycholoog bij Mondriaan en hoogleraar Innovatie in de ggz aan de Universiteit Maastricht. Hij houdt zich binnen F-ACT Nederland bezig met organisatie van de zorg en strategieontwikkeling, empowerment en ecologische psychiatrie.