PROF. DR. ANDREA CIPRIANI OVER INNOVATIEF KLINISCH ONDERZOEK EN DATAWETENSCHAP

Integratie van data voor precisie-psychiatrie: betere diagnostiek en betere interventies

  • 6 min.
  • keynote speaker

Het Precision Psychiatry Lab van prof. dr. Andrea Cipriani in Oxford was een baken van betrouwbare kennis tijdens de COVID-19-pandemie. Het biedt nu actuele richtlijnen voor de behandeling van depressies en andere aandoeningen. Als directeur van de Global Alliance for Living Evidence on aNxiety, depressiOn and pSychosis (GALENOS) pleit hij voor living evidence, het voortdurend geautomatiseerd actualiseren van klinische kennis.

Portret (kleur) Andrea Cipriani

‘Ik vind het fascinerend wat in andere specialismen gebeurt op dit moment, zoals immunotherapie tegen melanomen specifiek voor de individuele patiënt’, zegt Cipriani. ‘Dat niveau van precisie zullen we in de psychiatrie waarschijnlijk nooit halen, maar het laat wel zien wat precisiegeneeskunde vermag.’

Het uiteindelijke doel van precisiepsychiatrie is om elke patiënt een behandeling op maat aan te bieden die aansluit bij diens psychologische en biologische kenmerken en diens persoonlijke voorkeuren. Om dat te bereiken, moeten zeer uiteenlopende data worden geïntegreerd, uit de kliniek en het dagelijks leven, de genetica, beeldvormende diagnostiek en vele andere “lagen” van het individu en diens functioneren, aldus Cipriani. ‘De hoeveelheid data is zo groot en divers, van gerandomiseerde klinische studies tot observationele data, dat we er goed aan doen om de best beschikbare data te combineren, uit al deze modaliteiten.’ Het is bijvoorbeeld fascinerend wat er nu mogelijk is op het gebied van farmacogenetica, zowel in de farmacokinetiek als de werkzaamheid van psychofarmaca.

Ik zie daarnaast ook veelbelovende mogelijkheden voor polygenetische scores die een maat zijn van de erfelijke gevoeligheid voor bepaalde aandoeningen, vooral bij comorbiditeit en complexe problematiek. Een recente paper van collega’s van mij uit Oxford laat het belang van imaging zien: in 6 procent van de patiënten met een eerste psychose vonden zij een abnormaliteit in het brein. Dat vraagt natuurlijk om een heel andere behandeling. En hoewel ik besef dat het microbioom een beetje een hype is, verwacht ik toch dat ook die data in de toekomst kunnen bijdragen aan betere diagnostiek en betere interventies.’

Voorkeuren van de patiënt

Een van de paradepaardjes van Cipriani’s Precision Psychiatry Lab is PETRUSHKA (Personalise antidEpressant TReatment for Unipolar depreSsion combining individual cHoices, risKs and big datA, red.), een webtool die ondersteuning biedt bij de keuze voor een antidepressivum. Het is gebaseerd op geïntegreerde data van meer dan 40.000 deelnemers aan gerandomiseerde klinische studies en data van meer dan een miljoen patiënten in het Verenigd Koninkrijk in de registry van QResearch. ‘En het gaat uit van de voorkeuren van patiënten’, zegt Cipriani met nadruk. ‘PETRUSHKA dwingt de behandelaar om samen met de patiënt te verkennen wat diens voorkeuren zijn. Welke bijwerkingen bijvoorbeeld vindt de patiënt acceptabel en welke wil hij tot elke prijs vermijden?’ PETRUSHKA wordt momenteel in een internationale klinische studie vergeleken met gebruikelijke zorg.

Cipriani hecht in bredere zin veel waarde aan het versterken van de positie van de patiënt, zowel in de patiëntenzorg als in het wetenschappelijke onderzoek. ‘Behandelaars zijn vaak een soort poortwachter die bepaalt wie mag meedoen aan onderzoek en wie niet. Ons Count me in-initiatief probeert dat te doorbreken, door iedereen die bij ons in zorg is actief te vragen of ze willen meedoen aan wetenschappelijk onderzoek. Veel patiënten blijken het juist erg te waarderen om mee te mogen doen met onderzoek.’ Door deze aanpak werd het gemakkelijker om patiënten te includeren in wetenschappelijke studies en nam de diversiteit van de deelnemers toe.

Samenwerking

Het multidisciplinaire Precision Psychiatry Lab richt zich op diverse nieuwe ontwikkelingen in de psychiatrie. Samen met de Division of Digital Psychiatry in Harvard onder leiding van dr. John Torous werkt men bijvoorbeeld aan e-health toepassingen in de ggz. De onderzoeksgroep verleent ook gastvrijheid aan onderzoekers uit andere disciplines, zoals neurologen en chirurgen. ‘Dat is een vruchtbare kruisbestuiving’, vertelt Cipriani. ‘Het is fijn dat zij onze expertise waarderen en wij leren weer veel van hen. In de patiëntenzorg hebben we bijvoorbeeld nu meer aandacht voor de somatische klachten van onze patiënten.’

De datawetenschap, die de kern vormt van het werk van de onderzoeksgroep, kreeg een enorme impuls door de COVID-19-pandemie. ‘We werden in het voorjaar van 2020 al benaderd door beleidsmakers van de National Health Service (NHS) met urgente vragen, bijvoorbeeld over de follow-up van patiënten die clozapine of lithium kregen. Met onze ervaring op het gebied van het bijeenbrengen van evidence konden we snel in de vakliteratuur de best beschikbare antwoorden achterhalen. Later in de pandemie hebben we ons gericht op onderwerpen zoals huiselijk geweld en de redenen van mensen om een vaccin te weigeren.’ Zo werd de website van de groep een vraagbaak, die mede dankzij vertalingen in het Japans, Italiaans en andere talen wereldwijd een grote impact had. De impact in Engelstalige landen wordt momenteel in een internationale studie geanalyseerd.

Prof. dr. Andrea Cipriani

Een systematische living review is als het beklimmen van een berg

Living evidence

De diverse activiteiten van Cipriani zijn enerzijds geworteld in de klinische praktijk (om de voeling met die praktijk te behouden ziet hij nog regelmatig patiënten in zijn NHS-praktijk), anderzijds in onderzoek. Hij is daarbij een voorvechter van wat hij living evidence noemt: ‘Bij het opstellen van een meta-analyse gingen we altijd uit van data die verzameld waren tot een bepaald tijdstip. De houdbaarheid van de meta-analyse is daardoor beperkt, want er komen natuurlijk weer nieuwe data uit nieuwe studies die niet in de meta-analyse zijn opgenomen. Bij living evidence ontwikkel je procedures om data toe te blijven voegen en voer je regelmatig een nieuwe review uit, bijvoorbeeld eens per kwartaal of eens per half jaar.’

Het GALENOS-consortium is erop gericht om nieuwe (precisie)behandelingen sneller te ontwikkelen. ‘De vooruitgang op het gebied van angst, depressie en psychose is frustrerend traag, zowel in de therapie-ontwikkeling als in vroege herkenning en het voorspellen van effectiviteit van behandelingen. Wij hopen met levende systematische reviews het verschil te maken’, aldus Cipriani. GALENOS heeft de afgelopen tijd veel energie gestoken in harmoniseren van data en ontwikkelen van geautomatiseerde systemen om nieuwe data toe te voegen. Zo houdt de organisatie de vinger aan de pols bij de jongste ontwikkelingen op het gebied van psychodiagnostiek, psychotherapie, farmacologische behandeling en risicofactoren voor ongewenste uitkomsten. Een internationale adviesraad bepaalt regelmatig welke onderwerpen speciale aandacht krijgen. ‘Een systematische living review is als het beklimmen van een berg, je kunt zeker niet alles tegelijk doen’, zegt Cipriani.

Telkens weer blijkt in het gesprek hoe Cipriani vanuit een mondiaal perspectief kijkt naar psychiatrische problemen. Op de vraag wat hij aan zijn Nederlandse collega’s wil meegeven zegt hij dan ook direct: ‘Ik weet dat de psychiatrie in Nederland op een hoog niveau staat en ik zou graag de mogelijkheden voor nauwere samenwerking verkennen.’


QResearch is een grote geconsolideerde database (Universiteit van Oxford) die is afgeleid van de geanonimiseerde gezondheidsdossiers van meer dan 35 miljoen patiënten.


Sessie uitgelicht

Multidisciplinaire richtlijn Depressie

Jeanine Kamphuis, CWA-lid en psychiater bij UMCG.

‘Een sessie waarvan ik blij ben dat deze geplaatst is, is het symposium rondom de Herziening van de Multidisciplinaire Richtlijn Depressie. Het is een goede zaak dat we op ons jaarlijkse psychiatercongres bijgepraat worden over de nieuwste landelijke behandelconsensus. Voor velen van ons biedt dit direct toepasbare kennis voor de klinische praktijk. Sowieso is er ook dit jaar voor ieder wat wils, van verdiepende workshops tot symposia met nieuwste wetenschappelijke kennis en discussiegroepen met een maatschappelijk relevant tintje. We mogen met elkaar trots zijn op wat de Nederlandse psychiatrie te bieden heeft.’