CONGRESMOTTO: PSYCHIATRIE IN PERSPECTIEF

‘We mogen trots zijn op de breedte van ons vak’

  • 4 min.
  • Congres

Psychiatrie in Perspectief is het motto van het Voorjaarscongres. ‘De uitdaging is om een betekenisvol verhaal te maken van allerlei perspectieven op mentale gezondheid, zowel binnen als buiten de ggz’, zegt dr. Mariken de Koning, als voorzitter van de Commissie Wetenschappelijke Activiteiten (CWA) verantwoordelijk voor het congres.

Portret (kleur) Mariken de Koning
Mariken de Koning: ‘Je kunt vanuit heel verschillende perspectieven naar ons vak kijken. Om ons te kunnen verhouden tot al die perspectieven en ontwikkelingen hebben we ook wetenschappelijke kennis uit andere vakgebieden dan de psychiatrie nodig.’

Het komende congres biedt een rijk en gevarieerd programma, met aandacht voor uiteenlopende takken van wetenschappelijk onderzoek. ‘We willen dat álle psychiaters op dit congres ervaren, dat de wetenschap voor hun beroepspraktijk van nut kan zijn’, zegt Mariken de Koning. ‘Met welke patiëntengroep ze ook werken; wat hun inhoudelijke oriëntatie ook is.’ Dat daar behoefte aan is, bleek overduidelijk uit de inhoudelijke feedback op het vorige congres: die ging alle kanten op. De een wilde meer aandacht voor neurobiologisch onderzoek, de ander pleitte juist voor meer focus op transdiagnostische symptomen of de sociale context. De Koning: ‘Er zijn grote verschillen in wat psychiaters belangrijk vinden. Gelukkig maar: de breedte van ons vak is iets waarop we trots mogen zijn.’

Wetenschappelijke kennis uit andere vakgebieden dan de psychiatrie is onontbeerlijk

Waarom kozen jullie voor het motto Psychiatrie in Perspectief?

‘Omdat je vanuit heel verschillende perspectieven naar mentale gezondheid en psychische aandoeningen kunt kijken. Dat begint al in de spreekkamer: psychiaters, patiënten en naasten hebben regelmatig andere opvattingen over wat er aan de hand is en wat er moet gebeuren. Andere hulpverleners, binnen en buiten de ggz, brengen hun eigen invalshoeken in. En dan is er nog het perspectief van de publieke geestelijke gezondheid. Die wordt grotendeels bepaald door factoren waarop wij in de spreekkamer geen invloed hebben: ongelijkheid, armoede, discriminatie, toegankelijkheid van zorg. En vergeet de impact van de klimaatverandering en de opkomst van kunstmatige intelligentie niet. Om ons te kunnen verhouden tot al die perspectieven en ontwikkelingen hebben we ook wetenschappelijke kennis uit andere vakgebieden dan de psychiatrie nodig.’

Hoe zien we dat terug op het congres?

‘Een van de keynote speakers is David Hill, een Britse wetenschapper die onderzoek doet naar de complexe relaties tussen sociaal-economische status, cognitieve capaciteiten en mentale gezondheid. Lisa Page onderzoekt de impact van klimaatverandering op de mentale gezondheid. Ik ben heel blij met haar komst: omdat het een nieuw onderwerp is. Klimaatangst komt bijvoorbeeld onder jongeren veel voor. Verder neemt psychiater Edwin van Dellen ons mee in de wereld van de kunstmatige intelligentie. Hoe kan die het wetenschappelijk onderzoek binnen de psychiatrie beïnvloeden?

Maar ik verheug me ook op de Italiaanse hoogleraar Andrea Cipriani, die baanbrekend onderzoek doet naar precisiepsychiatrie. En op twee grote Nederlandse namen: klinisch psycholoog Iva Bicanic spreekt over seksueel misbruik en mentale gezondheid. Hoogleraar pedagogiek Loes Keijsers deelt haar kennis over de mentale gezondheid van jongeren.’

Komen jonge psychiaters ook aan bod?

‘We hebben nauw samengewerkt met NVvP Jong en De Jonge Psychiater om jonge talenten in de psychiatrie zowel in het plenaire programma als in de parallelsessies een plek te geven. Ook de Ramaermedaille zal weer worden uitgereikt, aan een excellente jonge onderzoeker.’

In hoeverre besteden jullie aandacht aan het Herdenkingsjaar Slavernijverleden, dat loopt tot 1 juli?

‘Daar worden een paar parallelsessies aan gewijd. Een heel belangrijk thema voor de psychiatrie, omdat er op verschillende manieren een link kan zijn tussen het slavernijverleden en de mentale gezondheid. Veel hulpverleners zijn zich er niet van bewust dat het slavernijverleden bij nazaten mogelijk een rol kan spelen bij psychische problemen.’

In het interview dat u bij uw aantreden als CWA-voorzitter gaf, kondigde u aan dat u meer wilde samenwerken met het NVvP-bestuur. Hoe gaat het met die samenwerking?

‘Heel goed. Waar nodig denkt het bestuur mee over het programma en een van de plenaire sessies wordt door bestuursleden verzorgd. Los van het congres is er nu intensief overleg tussen bestuur en CWA over het uitbouwen van de pijler wetenschap en innovatie. Hoe moet de wetenschapsagenda er wat ons betreft uitzien? Hoe gaan we komende jaren met ZonMw samenwerken? Ook hebben we tweemaal per jaar overleg met de afdelingshoofden van universitair medische centra. Het is heel hoopgevend dat zowel het bestuur als de CWA de ambitie heeft om hiermee aan de weg te timmeren.’

Sessie uitgelicht

Industrie & Psychiatrie: waar vinden zij elkaar en waar wringt het?

Roel Mocking, CWA-lid en psychiater en universitair hoofddocent Amsterdam UMC.

‘Aan de ene kant heeft “de industrie” overeenkomstige doelen en kunnen we niet zonder elkaar, aan de andere kant is er terughoudendheid en argwaan. In deze parallelsessie willen we discussie organiseren om te kijken hoe – en óf – psychiatrie en industrie zich op een meer constructieve en transparante manier tot elkaar kunnen verhouden, om mogelijke gezamenlijke doelen te behalen in de verbetering van de kwaliteit van leven van zo veel mogelijk patiënten, zonder dat dit ten koste gaat van integriteit. We nodigen daartoe psychiaters met verschillende visies uit, samen met afgezanten vanuit onder andere de industrie, industry alliance office, en de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR).’

Sessie uitgelicht

De rol van de psychiater bij de intake van de toekomst

Robert Vermeiren, CWA-lid en hoogleraar Kinder- en jeugdpsychiatrie LUMC Curium.

‘Dat we herstelgericht aan de slag moeten, vanaf het eerste contact, wordt alom erkend. Het betekent nogal wat, afstappen van een stoornisgerichte insteek en het betrekken van ervaringsdeskundigen. Meerdere centra zijn ermee aan de slag gegaan, wat geleid heeft tot een diversiteit aan intakevormen. Een mooi initiatief om deze te presenteren in een enkel symposium, zodat we kunnen zien wat de verschillen en gelijkenissen zijn, alsook de ervaringen en de evidentie.’